Van 25 tot en met 28 juli heeft in Boechout de achtendertigste editie van het Sfinks festival plaats, een editie waarop het festival er op verschillende fronten anders uit ziet dan de vorige jaren.

Eind januari kreeg de organisatie van het festival met een van de rijkste tradities in het Belgische landschap te horen dat het uit de boot van de subsidies zou vallen. Een van de redenen voor het negatieve advies was volgens organisator Patrick De Groote dat er op het festival te weinig mensen rondliepen die hun ticket gekocht hadden. De reactie van de organisatoren liet niet op zich wachten. Het festival kiest in 2013 resoluut voor de vlucht vooruit. Niet alleen buurtbewoners of kinderen, maar gewoon iedereen is gratis welkom en dat niet alleen voor de openingsdag, maar voor de volle duur van het festival. Dat het evenement dit jaar vier in plaats van drie dagen duurt, onderstreept dat ze op de burelen van Sfinks niet hebben zitten kniezen.

Wie een gratis festival op poten zet, doet doorgaans niet veel moeite om muzikaal origineel uit de hoek te komen. Het was dan ook uitkijken naar wat van de expliciet geprofileerde programmatie van het festival zou overblijven. Verruimingsoperaties durven immers zowel in de politiek als in de muziek artistiek al eens faliekant aflopen.

Het mag gezegd worden dat Sfinks de schade aardig heeft weten te beperken. De komst van Clement Peerens en Guido Belcanto vloekt inderdaad met het oude profiel van het festival, maar doorgaans blijft de focus op jonge of oude traditionele muziek uit verschillende windstreken intact.

Donderdag - geslaagde verruiming

Akua Naru
Akua Naru
De eerste twee dagen van het festival blijft het muzikale live-gebeuren beperkt tot de Concerttent die op de openingsdag niet langer thematisch wordt ingevuld. Het bewijs dat het verruimen van het programma niet per definitie tot artistieke nivellering naar beneden moet leiden, wordt aangetoond door de komst van Akua Naru. Deze Amerikaanse met Nigeriaans bloed liet zich op haar debuut ‘The Journey Aflame’ kennen als een geïnspireerde, poëtische mc. Muzikaal is haar hiphop schatplichtig aan soul en r&b, maar dan zonder het maniërisme dat tegenwoordig zo vaak met deze muziek gepaard gaat. Een jaar na haar eerste studioplaat verscheen het album ‘Live & Aflame Sessions’ waarop ze een deel van haar repertoire opnieuw bracht, maar nu met een stevige live-band inclusief blazers en strijkers. Voor Sfinks doet ze het met haar zeskoppige groep Digflo, een unieke kans om deze kandidaat-troonopvolgster van Erykah Badu aan het werk te horen.

Meer in de lijn van de klassieke Sfinks programmatie ligt het Oekraïense DakhaBrakha. Ontstaan uit de theaterwereld zijn de voorstellingen van deze groep vaak scenisch uitgewerkt. Muzikaal maken ze gebruik van Oekraïense volksmelodieën die ze vocaal meerstemmig en met begeleiding van instrumenten van over de hele wereld brengen. Het resultaat heeft echter weinig van al dan niet valse naïviteit. Het gebruik van cello en garmoshka (trekzak) geeft de muziek geregeld een duister en zelfs ritueel kantje, waardoor de band stevig buiten de folkloristische lijntjes kleurt.

Andere liveacts op de openingsdag zijn The Paradise Bangkok Molam International Band die Thaise plattelandsmuziek met funk en pop opstoken tot een campy stoofpotje en het Argentijns-Colombiaanse Che Sudaka, energieke en dansgrage wereldverbeteraars in de lijn van Manu Chao. Voor de late uurtjes tekenen djs’ Buscemi en Daniel Haaksman uit Berlijn die het verhaal van de Braziliaanse baile funk verspreidt.

Vrijdag - tussen ambiance en kitsch

Ook op de tweede dag valt de programmatie niet vast te pinnen op een thema, hoewel het vrolijke feestwerk meer voet aan de grond krijgt. Na de latinofunk van het Luikse Xaman Ek (nog zo’n band die het goed zal doen bij de fans van Manu Chao) mag de kitsch en camp in volle glorie het podium inpalmen. Gaby Amarantos geldt als een van Brazilië’s meest vooraanstaande vertegenwoordigers van de tecno brega, wat zoveel betekent als cheesy techno. Die benaming geeft al aan dat het hier minder gaat om muzikale vindingrijkheid dan om sfeer. De muziek bestaat dan ook deels uit flarden jaren ’80 hits waarbij het eindresultaat minstens evenveel gemeen heeft met even aanstekelijke als commerciële pop dan met de bekende Braziliaanse sambapercussie. Het belette Amarantos in elk geval niet om vorig jaar drie Braziliaanse MTV-awards mee naar huis te nemen.

Batucada Sound Machine
Batucada Sound Machine
Artistiek indrukwekkender klinkt de Nieuw-Zeelandse Batucada Sound Machine. Met hun mix van funk, latin, hiphop, cumbia en rock leunt dit fris klinkend tiental meer aan bij het stevige geluid van Ozomatli. Wie ze drie jaar geleden gemist heeft op Afro-Latino in Bree kan op hun website terecht om een voorsmaakje te krijgen van waar deze tegenvoeters voor staan.

De laatste band voor vrijdag is er een uit de stal Marley. Niet Ziggy, Damien, Stephen of Julian, maar Bob Marley’s vijfde zoon Ky-Mani Marley komt naar Sfinks. De nacht van de tweede festivaldag is opnieuw voor de dj’s, met deze keer het Antwerpse reggae soundsystem Civalizee Foundation en DJ Babybang.

Zaterdag - Afrikaanse energie en Arabische poëzie

De eerste dag van het weekend krijgt in de Concerttent vooral muzikaal kleur door de Afrikaanse delegatie waarbij reizen een centraal gegeven lijkt te zijn. Enerzijds is het Azalai Project te horen waarbij Europese muzikanten samenspelen met Afrikaanse collega’s. Het project is genoemd naar de legendarische karavaan die beladen met kostbaarheden door de Sahara trok. In Boechout houdt die stand met muzikanten van Shakara United (opvolger van Belgian Afrobeat Association) die aangevuld worden met onder meer fluitist Esinam Dogbatse, percussionist Kalifa Koné (vorig jaar op Sfinks met Kel Assouf) en Satindra Kalpoe, de drummer met Surinaamse wortels die bij het grote publiek bekend is van bij Anouk en die meeschreef aan de hit ‘Nobody’s Wife’.

Terakaft
Terakaft
Integraal Afrikaans is de bezetting van Terakaft (wat zoveel betekent als - opnieuw - karavaan) met schommelende en deinende toearegblues uit Mali. Leider van de groep is Kedhou ag Ossad die te horen is op de eerde cd van Tinariwen. Het verhaal van Terakaft ging aan het rollen in 2007 met een optreden op het befaamde Festival au Désert. De muzikanten van Terakaft zien zichzelf als revolutionaire muzikanten, boodschappers die vertellen over wat er gebeurt. Het spreekt dan ook voor zich dat onderwerpen als politiek, terrorisme en vluchtelingen niet geschuwd worden, al hebben ze het even graag over het mooie van de mens.

Het dagprogramma wordt vervolledigd met Guide Belcanto, de poppy reggae van Salam Musik uit Maleisië en uit Cuba komt Maraca, de latinjazzband van en met fluitist Orlando Valle die als 16-jarige in Irakere van Chucho Valdez belandde. Zijn eigen muziek is opmerkelijk rijk en gelaagd en wordt gekenmerkt door een complexe ritmiek die zelfs met een blik strijkers blijft leven.

De late uurtjes zijn voor de lage landen met de Turntable Dubbers, Mps Pilot, The Flexican, Captain Steel en de Belgisch-Congolese Coely. Deze jonge mc, vers van de schoolbanken, klinkt op haar ep ‘Raah the Soulful Yeah’ alles behalve als de gemiddelde 18-jarige. Niet verwonderlijk dat ze deze zomer ook de podia van Couleur Café, Dour en Feest in het Park siert.

De Clubtent van Sfinks is doorgaans het toevluchtsoord door het fijnere werk en dat is op zaterdag, de eerste dag dat het podium in gebruik genomen wordt, niet anders. Het eerste optreden komt voor rekening van de Marokkaans-Belgische zangeres Laïla Amezian. Ze is afkomstig uit Tanger, maar woont momenteel in Brussel en haar muzikale belangstelling lijkt wel bepaald door de smeltkroes van de hoofdstad. Ze was actief in chanson, jazz en klassiek, zong bij de etno-dance formatie Studio Pagol, maar keerde met haar tweede album ‘TriOde’ terug naar haar Maghreb-wortels. Begeleid door cello en percussie heeft de plaat een intiem karakter, waarbij de muziek elegant, meditatief en benevelend roterend kan klinken, niet in het minst door de flexibele stem van Amezian die zingt met een groot respect voor de Arabische dichters van wie ze teksten gebruikt.

Laïla Amezian
Laïla Amezian
Al even fragiel klinkt de muziek van Braziliaanse Dom La Nena. Op haar vorig jaar verschenen solodebuut ‘Ela’ fluistert ze de luisteraar haar verleidelijk en nostalgische muziek in het oor, waarbij ze ook op cello te horen is. Om dat instrument beter onder de knie te krijgen verliet ze als dertienjarige om te gaan studeren in Argentinië. ‘Ela’ werd grotendeels opgenomen in de privéstudio van Piers Faccini (Ben Harper, Rokia Traore, Patrick Watson) die het resultaat later verrijkte met kora, harmonium en xylofoon zonder dat de intimiteit van La Nena’s muziek verloren ging. Nu is het afwachten wat dat geeft op een podium.

Van een heel andere orde is het Ensemble Tirana, een groep zangers uit Albanië met een rijke traditie. Hun polyfone gezangen hebben vaak een wat droevige ondertoon en gaan dan ook over afscheid en verlies, maar daarnaast brengen ze ook historische gezangen en erotische liefdesliederen die, verboden door de vroegere machthebbers, in besloten familiekring doorgegeven werden.

Voor de laatste acts wordt Sfinks echt Sfinks Mixed en wordt de muziek gecombineerd met andere kunstvormen. The Gwangdae uit Zuid-Korea brengt muziek in de context van dans, theater en acrobatie en het Belgische hiphopcollectief NoMoBs (kort voor No More Bullshit) brengt onvervalst hiphoptheater van ’t Kiel.

Zondag - de grote opbouw

Nog meer Afrika op de slotdag in de Concerttent met voor de dansliefhebbers Ricardo Lemvo & El Bataillon de la Rumba. Al jaren mixt de uit Angola afkomstige, maar in Congo verblijvende Lemvo Afrikaanse soukous, rumba en kizomba met Zuid-Amerikaanse salsa, charanga en son. Het is dan ook bijna evident dat hij daarbij zingt in diverse Afrikaanse talen, maar ook in het Turks, Spaans en Portugees. Hij verwierf bekendheid als aanvoerder van Makina Loca, maar staat op Sfinks met een nieuwe, tienkoppige groep waarin muzikanten van de band Kekele gecombineerd worden met collega’s uit Makina Loca tot ongetwijfeld opnieuw een Afro-salsamachine.

Ahmad Al Khatib & Youssef Hbeisch
Ahmad Al Khatib & Youssef Hbeisch
Wie het liever wat minder verpletterend heeft qua geluid, kan aanschuiven voor Lindigo uit Réunion, het kleinere eiland vlakbij het grotere Madagaskar. Hier is het niet zozeer de dansbare kracht die het gezicht van de band bepaalt, maar wel het zachte, fris tintelende akoestische geluid van balafon, traditionele percussie, kabosy (traditionele gitaar), ngoni en meerstemmige zang dat de acht muzikanten van Lindigo voor de luisteraar neervlijen.

Het programma wordt vervolledigd door de reggae met Afrikaanse invloeden van de met een megafoon gebekte Sana Bob (Burkina Faso) en uit België Kapitein Winokio en local Clement Peerens Explosition die respectievelijk de Concerttent openen en sluiten.

In de Clubtent wordt de slotdag opgebouwd van fragiel naar bruisend. Na de jonge Toearegband Imarhan N’Tinezraf mag het muisstil worden voor Sabîl, het duo van de in Jordanië uit Palestijnse vluchtelingen geboren udspeler Ahmad Al Khatib en percussionist Youssef Hbeisch uit Galilea, bekend van bij Aka Moon, Ibrahim Maalouf en het Trio Joubran. In 2011 brachten de twee het album ‘Sabîl’ waarop ze een ronduit verbluffend en delicaat samenspel ontwikkelen. Tegelijkertijd klinkt hun muziek, ondanks de bescheiden bezetting, heel gevarieerd en rijk wat hun passage op Sfinks een van de musts van het hele festival maakt.

Jagwa Music
Jagwa Music
Nano Stern, de Chileense Luka Bloom, gaat al een stapje verder, maar echt helemaal loos gaat het pas bij de afsluiter: het Tanzaniaanse Jagwa Music, een nieuwe Afrikaanse muzieksensatie van het Belgische label Crammed dat de wereld al eerder liet kennismaken met Konono No. 1, de Kasai Allstars en Staff Benda Bilili. Net als deze bekendere collega’s enten de jonge gasten uit Dar es Salaam hun moderne muziek op traditionele wortels. Meerdere lagen percussie dragen de riffjes uit een goedkoop Casio keyboard (type Lidl) waarvan het geluid door een oude versterker gejaagd wordt, met alle distortion van dien. Om het publiek helemaal mee te sleuren in de denderende trance worden de frontlinies gevormd door meerdere danseressen en een energieke mc: een echte live-band, die echter ook op het vorig jaar verschenen album ‘Bongo Hotheads’ overeind blijft.

Wie niet tot de Tanzanianen (of de andere dagsluiters) wil wachten om de dansbenen te strekken, kan gedurende alle dagen van Sfinks Mixed ook terecht in Anderland en de Cabaña waar o.a. TLP, Maga Bo, Merdan Taplan, Laston & Geo en Lieven Verstraete ten dans spelen. Op de weide is er theater, acrobatie en muzikale animatie met ‘Aangespoeld’, 'Gullivers Reizen' door de brillen van het MartHa!tentatief en FroeFroe, de menselijke torenbouwers van het Spaanse De Castellers de la Vila de Gràcia, Los Zaperos, The Gwangdae en de obligate murga, dit maal met Los Murginales.

Meer over Sfinks Mixed 2013


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.