Als zesjarige hoorde Mercan Dede de ney op de radio en werd meteen verliefd op de klank van het instrument. Het zelf spelen was er voor hem niet bij: hij was eenvoudigweg te arm om er zich eentje te kunnen aanschaffen en dat bleef zo toen hij naar Istanbul trok om er journalistiek te studeren. Er zat dus niets anders op dan er zelf één te maken uit een plastic buis. Geen drama, want Dede had toch niet meteen muzikale ambities. Dat lag anders voor zijn werk als fotograaf. Het was deze kunstdiscipline die hem naar Canada voerde, op uitnodiging van de Sakatoon Public Library, waar hij een tentoonstelling kon organiseren. Dede bleef in Saskatoon hangen en betaalde zijn huishuur door in een bar te werken. Toen op een avond de geboekte dj niet kwam opdagen sprong Dede in en nam zijn carrière een drastische wending. Midden de jaren '80 toerde hij onder de naam Arkin Allen en in 1987 kwam hij naar buiten onder zijn eigen naam met zijn eerste album: 'Sufi Dreams'.
Enkele jaren later verhuisde hij naar Montreal waar hij aanvankelijk studeerde en later les gaf aan het Concordia College. Ondertussen was zijn muziek in zijn vaderland Turkije niet onopgemerkt gebleven. Een festival boekte hem, maar had eigenlijk gerekend op een oudere man (Dede is Turks voor grootvader). Het succes was er niet minder om en Dede besliste om van dan af steeds actief te zijn onder de naam Mercan Dede.
In 2002 verscheen Dede in een andere gedaante met de release van 'Nar', een plaat van Dede's band Secret Tribe die in Turkije tot 20 000 bezoekers lokt. Ook buiten Turkije ging de naam van Dede rond. Zo stond hij in 2001 op het Montreal Jazz Festival voor een publiek van 150 000 luisteraars en een jaar later trad zijn Montreal Tribe Trio op tijdens het Womex festival in Essen en op het International Transmusicales Festival in Rennes.
In 2006 verscheen zijn vijfde cd onder eigen naam: 'Breath'. Hierop is Mercan Dede te horen is als producer, ney-speler, zanger en percussionist.

Over de audio

In hoeverre zoete weemoed en beats samen kunnen gaan? Dat laat Mercan Dede op 'Ginhawa' overtuigend horen. Traditionele en klassieke instrumenten als de cumbush van Yurdal Tokcan, de klarinet van Aykut Sütoğlu, de percussie van Dede zelf en de vocalen mengen zich hier mooi met een elektrische viool (Hugh Marsh), beats en andere elektronica. De instrumenten worden daarbij niet als losse samples gebruikt, maar in samenspel geplaatst. Beats en elektronica bouwen geleidelijk aan op, maar laten voldoende ruimte zodat de (veelal akoestische) instrumenten kunnen schitteren. In de balans tussen elektronisch en akoestisch of melodisch en dansbaar heeft Mercan Dede in 'Ginhawa' een evenwicht gevonden dat muziek uit de sector van de "worldbeats" niet tot slappe was herleidt, maar dat de muziek overtuigend houdt binnen zowel de traditionele als de dancesector.

Meer over Mercan Dede


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.