Voor de metalwereld hoeft Clawfinger geen introductie: deze Zweedse band was immers een van de eersten die industrial, rap en zware metal mixten. Getuige daarvan zijn het krachtige en klassieke debuut 'Deaf Dumb Blind', bekend van de zwaar kritische nummers 'The Truth' en 'Nigger'. Op hun vierde album, 'A Whole Lot of Nothing', onderging de band een geslaagde experimentele fase waar de Zweden flirtten met rock en dancegenres. Ook de heldere vocalen van Zakk Tell gingen erop vooruit qua timbre en diepgang. 'Zeroes And Heroes' toonde weer de agressieve kant van de band, maar 'Hate Yourself with Style' was zowel extremer (een paar nummers waren gedeeltelijk thrash metal) als hilarischer (onder andere de titels en de onnozele dromerig klinkende stukken die kwamen na zware metalriffs), maar de nummers lieten een band zien die een beetje uitgeblust was. Het was dus moeilijk te zeggen welke weg Clawfinger nu zou bewandelen op hun nieuwste werk, 'Life Will Kill You'.

'The Price We Pay' zet in met tragische strijkers waar een mastodont van gitaar, bas en drums op volgt die alles verpulvert. Wat opvalt aan de strofe en het refrein, zijn de krachtige vocalen. In het simpele refrein zelf begeleiden de keyboards en de rauwe, melodieuze backing vocalen de laaggestemde gitaren en de ritmesectie. De titeltrack is op het eerste zicht vulmateriaal, maar het grappige meezingaspect van het refrein zorgt ervoor dat de luisteraar gaat meeknikken op dit stukje rapmetal. 'Prisoners' zet in met een vette metalriff en net zoals in 'The Price We Pay' is het refrein simpel maar melodieus, pakkend en vooral krachtig. Spijtig genoeg is er wat overbodig songmateriaal als 'Final Stand' en 'Falling': het eerste klinkt wat ongeïnspireerd met voorspelbare strofe en refrein en het tweede zit een beetje zonder vuur ook in het refrein. Maar bijvoorbeeld afsluiter 'Carnivore' en 'None The Wiser' zijn gewoonweg heerlijke beukers à la Clawfinger en maken dit wel goed. 'The Cure – The Poison' is ongetwijfeld het beste nummer van de plaat: het mysterieuze, kalme begin trekt de luisteraar mee in de donkere sfeer van simpele cleane gitaarakkoorden met lichte beats en vervormde zang. Wat echter de kers op de taart is, is wanneer het nummer uitbarst, waar nu trage platgestemde gitaren, ritmische drums en angstaanjagende keyboards hun vorm geven van de intro. De sfeer die hier gecreëerd wordt doet denken aan twee bands tegelijk: de angstige soundscapes die de keyboards produceren roepen industrial metallegende Ministry in de geest en de zeer laaggestemde gitaren hebben hints van metalavant-gardisten Meshuggah. 'Where Can We Go from Here' zet in met een verstoorde sample van een Fear Factory-achtige partij (dubbele basdrums, machinegeweergitaren) die doorbroken wordt door het lompe refrein en overgaat in de mysterieuze, industrieel klinkende strofe waar vooral zanger Tell opvalt: zijn vocalen geven de toon aan van de introsample die begeleidt wordt door sfeervolle koorkeyboards en een eenvoudige midtempo drumbeat, waarna het refrein inzet. De sample met dromerige keyboards en melodieuze vocalen sluiten het nummer af.

Als eindbalans hebben we een sterker Clawfinger (tegenover 'Hate Yourself with Style') dat nieuwe invloeden laat zien (de twee laatst besproken nummers getuigen hiervan), maar dat toch nog een release nodig heeft om het niveau van knalleralbums als 'Deaf Dumb Blind' of 'Zeros And Heroes' te halen. Wordt zeker en hopelijk nog beter vervolgd.

Meer over Clawfinger


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.