Datarock is het Noorse dancepopduo Fredrik Saroea en Ketil "Ket-Ill" Mosnes. De heren kenden hun muzikale volwassenwording in het punkmilieu, maar raakten na verloop van tijd meer verslingerd aan hun computer dan aan luide gitaren. Het debuutalbum 'Datarock Datarock' combineert treffelijke dancepop met een erg toegankelijke en herkenbare sound. De soms amusante, soms kitscherige teksten en hooks zijn best te smaken in de betere tracks, maar zitten de wisselvallige songs vaak in de weg.

De plaat begint met het niet erg representatieve 'Bulldozer', zorgeloze tienerrock waarin wordt beweerd dat BMX beter is dan sex. Meteen wordt duidelijk dat er met Datarock al eens gelachen kan worden, maar zoals vaak blijkt humor in combinatie met muziek een riskante oefening: niet iedereen kan dezelfde leut smaken en het geduld van de geïrriteerde luisteraar raakt des te sneller op. Gelukkig zijn Saroea en Mosnes, naast niet onverdienstelijke songschrijvers, ook erg talentrijke producers die weten hoe je fijne dancepop kan maken zonder te vervallen in genreclichés. Zo kan de elektrotrack 'I Used to Dance with My Daddy' schaamteloos naast het beste van LCD Soundsystem en !!! staan. Het uitstekende nummer verraadt Datarocks liefde voor de spastische funkrock van Talking Heads, die even later bijna letterlijk wordt geïmiteerd in 'Sex Me Up'. In vergelijking met het voorgaande doet 'Fa-Fa-Fa', Datarocks debuutsingle, niet meteen vermoeden dat de artiesten heel wat in huis hebben: het is een wat makke bedoening die vooral schatplichtig is aan de LCD Soundsystem-single 'Yeah Yeah Yeah', maar verder weinig brokken kan maken. 'Princess' (met een drumintro ontleend aan 'Close to Me' van The Cure) koppelt vederlichte gitaar- en keyboardmelodieën aan half geschreeuwde maar daarom niet minder leuke zanglijnen. 'Gaburo Girl' is compositorisch gezien louter een cocktailnummertje, maar het laat wel horen dat Saroea en Mosnes als producers van niemand nog wat te leren hebben. Met een ritmetrack, wat keyboards en een batterij plastic strijkers slaagt Datarock er perfect in de sfeer van een zomeravond te genereren. 'See What I Care' is dan weer weinig inventieve '80s-poppastiche (inclusief androgyne zang) die ontaardt in rommelige drum-n'-bass. 'Laurie' is scheepsrechte indiepop: een relatief kaal gitaarnummer dat echter uit het juiste hout gesneden is en zich ontpopt tot een van de beste nummers op de plaat. Daarna gaat het helaas vijf nummers lang onverbiddelijk bergaf. 'Ugly Primadonna' blijkt een doorslagje van het eigen 'I Used to Dance with My Daddy'. De inclusie van dit zwakkere broertje en nog een aantal mindere tracks doet vermoeden dat de Noren hun volledige songvoorraad op deze schijf hebben gekieperd, zonder erg veel zin voor zelfkritiek. 'The Most Beautiful Girl' lijkt op tweederangs-Kraftwerk met Ian Curtis op vocals. Afsluiter 'I Will Remember' is een discostomper met de Noorse danceprinses Annie op gastzang – een goede opzet, ware het niet dat Saroea's gruwelijke croon dit op zich al slijmerige liedje tot pure "Love Boat"-kitsch herleidt.

'Datarock Datarock' is desondanks een relatief fris allegaartje dat vooral de diverse muzikale interesses van Datarock weerspiegelt. Het duo slaagt er echter niet in steeds aan dezelfde kwaliteitsnormen te voldoen, waardoor het album in zijn geheel een nogal wisselvallige indruk nalaat. Enig selectief luistergedrag is aangeraden, maar er staan wel degelijk een handvol uitstekende tracks op dit debuut.

Meer over Datarock


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.