David Thomas is een ouwe rot in het avant-garde rockgenre. Naast de groep waar hij eind jaren '70 furore maakte, Pere Ubu, is hij met zijn solo-project met Andy Diagram (trompet en elektronica) en Keith Moliné (gitaar, viool en elektronica): "the Two Pale Boys" al aan zijn derde album toe. Thomas neemt de zang voor zijn rekening, maar is daarnaast ook nog te horen op melodeon en musette. Deze ongewone combinatie van instrumenten zorgt voor een erg boeiende versmelting van heel wat muzikale invloeden, al blijft '18 Monkeys on A Dead Man's Chest' ontegensprekelijk een rockplaat. Misschien wel zo puur als rock kan zijn.
'18 Monkeys on A Dead Man's Chest' begint meteen met een zware gitaarintro die doet snakken naar een stevige bluesrock shuffle. Maar de luisteraar moet snel vaststellen dat wat eerst een intro leek, een vette continuo doorheen het nummer is. Bij wie toch nog een "oh yeah" op de lippen lag en de nek al gezwind op en neer ging, biedt het tweede nummer, 'Numbers Man', dan meteen soelaas. Een elektronische, droge en basloze breakbeat snijdt knoerhard door een zware, volle, groovende baslijn en distortiongitaar. Daarbovenop volgt de zang de dominante gitaarlijn en wordt het nummer af en toe onderbroken om dan met een zo mogelijk nog meer scheurende gitaarsolo het nummer verder te zetten. Door de opmerkelijke gelijkenis met het stemgeluid van Pixies-zanger Frank Black, doet het geheel sterk denken aan een soort van Pixies/Sonic Youth meets breakbeat. Maar dan is het even genoeg geweest voor de nekspieren en is het terugkeren naar meer sfeervolle nummers zoals 'Little Sister', die een prachtige soundtrack zouden zijn voor late-night taxiritten in een druilige regen en voorbijflitsende neonlichten. Trage, zich herhalende gitaarstukjes en ijle samples van trillende hoge vrouwenstemmen op de achtergrond vullen de muzikale ruimte waarin David Thomas zijn zielsperikelen in een bijna talking blues scandeert. De mosterd lijkt in "Nebraska Alcohol Abuse" en "Golden Surf" dan weer eerder van de repetitieve sfeerschepping van Steve Reich te komen. In "Nebraska Alcohol Abuse" vormen gitaar, viool, trompet en slagwerk een instrumentale voorstelling van kloppend, stomend industrieel bandwerk tegen de klok, om dan in het midden van het nummer plots stil te vallen in een eilandje van bijna romantische stilte met droevige, lange kopertonen op de achtergrond. Een rustig melodeon-nummer is 'Brunswick Parking Lot': een droevig stuk met David Thomas solo op melodeon en zang en slechts op het einde een paar vluchtige gitaar- en trompettonen.
David Thomas en The Two Pale Boys zorgen met dit album voor inspirerende muziek die niet voorgekauwd, noch ontoegankelijk is, maar eerder een boeiende mix van verschillende stijlen. Het gevolg is een plaat die uitnodigt voor actieve beluistering en dus niet echt geschikt is als sfeervolle achtergrond- of feestrock. Voor wie eens iets anders wil dan gepolijste rechttoe rechtaan rock, reikt dit album dan ook een hand die zeker niet afgeslaan mag worden.

Meer over David Thomas & Two Pale Boys


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.