Sommige paarden raken ver van hun stal. Het is een spreekwoord dat ongetwijfeld ondertekend zou worden door Jean Yves Prieux. Deze Fransman noemt zich in de eerste plaats dj en producer. Zo werkte hij ondermeer met Jarvis Cocker (Pulp) en Mogwai. Eerder – gedurende de tachtigerjaren – trachtte hij bovendien naam te maken als punker en kort daarna dompelde hij zich onder in het reggae- en hiphopmilieu. In die laatste hoedanigheid benoemde hij zich als Kid Loco, een naam die hij nog steeds torst op de podia en achter de knoppen.

Anno 2011 is Kid Loco te situeren in de roodgloeiende zomerpopregionen. Voor zijn jongste album ‘Confessions Of A Belladonna Eater’ liet hij zich bovendien omringen door een aardige meute muzikanten die zich ondermeer op accordeon, trompet, toetsen en verschillende strijkers laten gelden. Doorslaggevend is tevens de bijdrage van de Schotse Louise Quinn – die ondermeer bekendheid tracht te vergaren met haar project A Band Called Quinn – die enkele vocalen voor haar rekening neemt. Het geluid dat het album bevat, lijkt in hetzelfde vaarwater te zitten als Belle & Sebastian, The Beautiful South en Air, maar dan met de nodige kunstgrepen uit de hiphop en een nijdige elektronica-onderlaag. Accordeonist Olaf Hund zorgt op zijn beurt voor een gerichte gypsytouch (‘Ballad For A Bella Donna (Prt.1)’).

Origineel is ‘The Attention Span Of A Butterfly’, een nummer dat aanvankelijk een goedkoop doorslagje van Air lijkt, maar na verloop van tijd een vrolijk diepgravend werkje blijkt. Het straffe zit vooral in de afgemeten combinatie van trompet, strijkers en elektronica. Andere noemenswaardige nummers zijn ‘I Am A Hero’, wat eigenlijk een flink opgedreven en strak hiphopnummer is. Hiervoor riep hij DJ Seep ter hulp om plaats te nemen achter de draaitafel. Bovendien is het nummer schitterend opgebouwd: veel meer dan samples komen er in het eerste deel aan te pas. In het tweede deel komen gitaar, strijkers en piano de lijnen wat feller inkleuren.

Erg genietbaar is verder het lome ‘The Land Of Broken Hearts’. Dit mooi gelaagde lied – met slechts een bijrol voor de doffe vocalen – is Prieux’ beste poging tot het schrijven van een klassieker. Jammer genoeg kiest hij ervoor om de vocalen alleen in te zingen, terwijl de stem van Quinn of een duet misschien beter op hun plaats waren geweest. Bovendien weet hij nooit zijn heimat te verbergen, steeds uit hij zich met een vettig Frans accent. Dat dit echter niet altijd een nadeel hoeft te zijn, wordt bewezen in het swingende en van mooie pianolijnen voorziene ‘Stupidity & The Foxy Lady’.

Toch is niet elke passage even intrigerend. Zo klinkt het repetitieve ‘Too Close To Death’ als een in zeven haasten geschreven lied en ‘My Daddy Waza’ lijkt slechts bric-à-brac in elkaar te zijn gezet. ‘The Passanger’ hadden ze, tot slot, beter gelaten waar het thuishoort: in de backcatalogus van Iggy Pop.

‘Confessions Of A Belladonna Eater’ is een niet makkelijk verteerbaar album van een man die maar al te goed weet hoe hij met effecten moet werken en hoe hij verschillende genres in één lied kan vatten. Ondanks al dat talent heeft hij met deze uitgave een probleem: het geheel is te wisselvallig. Goed wordt met matig afgewisseld, waardoor het coherente effect ontbreekt, zodat het geheel wat op de maag blijft liggen.

Meer over Kid Loco


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.