Cholera? Zelfmoord? Zelfmoord door het nuttigen van met cholera besmet drinkwater? De speculaties rondom het overlijden van Piotr Ilyich Tchaikovsky, negen dagen na de première van zijn zesde symfonie, zijn nog volop aan de gang. Hoewel muziekhistorici er inmiddels vrede mee hebben genomen dat de precieze oorzaak van de feiten allicht nooit aan het licht zal komen, blijft de kwestie rondom de Pathetische, de bijnaam voor Tchaikovsky's laatste symfonie, hangen. Moet die partituur immers bekeken worden als een artistiek testament, als het vaarwel van een groot componist aan de wereld? De nog steeds behoorlijk jonge Canadese dirigent Yannick Nézet-Séguin, voor wie de kaap van 40 inmiddels in zicht is, weet evenmin welke aanname aangaande Tchaikovsky's dood hij moet geloven. Wel zegt Nézet-Séguin dat, ongeacht de exacte feiten, hoe dan ook een macabere wolk de zesde symfonie omgeeft. Want zelfs als het ging om een acute infectie die de componist uiteindelijk van het leven heeft beroofd, dan nog kan hij voorvoeld hebben dat hij zijn bestemming naderde. Dat het idee van het (nood)lot, dat thematisch expliciet in het werk werd ondergebracht, net dan een belangrijke rol gaat spelen in Tchaikovsky's schriftuur, is op zijn minst verdacht. Toch voeden dergelijke hypothesen de uitvoeringspraktijk niet, of amper. Voor Nézet-Séguin gaat het immers om een monumentaal symfonisch werk, waarvan het 'Allegro molto vivace' lijnrecht tegenover de requiemsfeer staat waarin het werk doorgaans wordt beschouwd. Het is kortom een werk met vele dimensies, en als zodanig zou het – aldus de dirigent – moeten uitgevoerd worden.

Al in talloze steden heeft Nézet-Séguin de symfonie opgevoerd en dat hij voor zijn symfonisch debuut bij Deutsche Grammophon precies dit werk uitkoos, is geen toeval. Tijdens zijn allereerste concert, zo gaat het verhaal, hoorde hij deze partituur opgevoerd worden. Daarnaast deelt de dirigent zijn seksuele voorkeur met die van de componist, een gegeven waarrond zeker in Nézet-Séguins jonge jaren nog steeds enig taboe hing. Voor de uitvoering is dat echter van generlei belang. Wat telt is dat de man het Rotterdams Philharmonisch Orkest aanvoert, waarvan hij sedert 2008 chefdirigent is, en dat nog zal zijn tot ten minste 2018. Inderdaad bestaat er een klik tussen dirigent en orkest, een die zich niet alleen laat opmerken wanneer Nézet-Séguin ontspannen tussen zijn muzikanten loopt vooraleer een concert begint, maar ook laat beluisteren. De Rotterdammers hebben immers maar een wenk van hun aanvoerder nodig, of de muziek krijgt een fonkelende wending. Bij gestroomlijnde tempi zou Tchaikovsky's zesde symfonie niet wel varen als er geen explosiviteit en wendbaarheid vanuit het orkest tegenover stond. Net dat hebben de musici echter wel te bieden. Erg soepel springt Nézet-Séguin om met contrasten in bijvoorbeeld de dynamiek, zonder dat het evenwicht ooit in gevaar komt. Van de behoorlijk stil opgenomen mystieke introductie tot enkele exuberante escapades: de balans blijft bewaard en de gelaagdheden in de orkestratie blijven wonderwel hoorbaar. Zo kruipt het hout niet nederig onder de muur van kopers eenmaal die van wal steken, maar blijft het een persoonlijke stem behouden. Ook blijven de strijkers vinnig knetteren, het hele werk door. Toch is het niet alleen energie die Nézet-Séguin door de partituur jaagt, maar ook een opwindende inspiratie, waardoor de hele troep musici, van de eerste tot de laatste man, zich schijnbaar bevangen voelen.

Als tegengewicht voor de bezwaarde ernst die in de zesde symfonie overweegt, besloot de dirigent nog enkele romances voor viool en piano aan de cd toe te voegen. Zelf vertolkt Nézet-Séguin de klavierpartij. Dat doet hij even lucide als hij dirigeert. Geen doorwrochte complexiteit, maar heldere eenvoud die af en toe culmineert: het is een genot om een partij zo doorzichtig uitgevoerd te horen. Het voordeel van een contract bij Deutsche Grammophon is bovendien dat een violiste als Lisa Batiashvili kan meegetroond worden richting opnamestudio. Haar toon, waarin de weemoedige Slavische ziel zelve tot uitdrukking lijkt te komen, is even ontroerend penetrant als zalvend. Toch maakt dit duo deze kamermuziek niet groter dan ze is. Is de Pathetische een roman, dan zijn de romances nog een aantal melancholische voetnoten. Samen vormen ze een complete Tchaikovsky-ervaring, waar Nézet-Séguin hopelijk nog een vervolg aan zal breien.

Meer over Peter Ilyich Tchaikovsky


Verder bij Kwadratuur

Verder bij Spotify
Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.