Het Belgische trio Tricycle bestaat uit Tuur Florizoone (accordeon en piano), Philippe Laloy (saxen en fluit) en bassist Vincent Noiret, allemaal gewezen studenten aan het Brussels conservatorium. Hiermee een opening zien om hun muziek als "academisch" te klasseren, is iets te gemakkelijk. Wel wordt snel duidelijk dat het de heren meer te doen is om muzikale charme dan om experimentele ambitie. Met hun kenmerkende bezetting zweeft hun vaak nostalgische muziek zoetjes tussen chanson en jazz zonder tenenkrullend te worden. Catchy thema's, heldere structuren en de nadruk op melodie (soms mooi onschuldig meerstemmig uitgewerkt) domineren. De arrangementen gaan zo vlot binnen dat subtiele veranderingen en voorzichtig polyfone passages moeiteloos voorbijglijden, waarbij vooral sax en accordeon naadloos op elkaar inpikken en elkaar volgen. De geïmproviseerde solo's zijn traditioneel en zonder uitzondering lyrisch, wat het soepele van de hele cd extra beklemtoont.
Dit moeiteloze, verstrooiende effect wordt nog versterkt door een exact, kamermuziekachtig samenspel. Niet overdreven virtuoos, maar des te meer gestilleerd, bewegen de drie zich in de traditie van de amusementsmuziek zonder (zichzelf) te parodiëren. De basriffs zijn perfect afgemeten, de saxklank (voornamelijk sopraansax) heerlijk licht lyrisch en het accordeon zorgt voor een pittige drive. Het mooie en het onschuldige wordt nergens op de proef gesteld, laat staan doorbroken. Door dit heel evenwichtige, maar ook climaxloze kan de cd voor sommige luisteraars te clean worden.
Binnen de muzikale "bescheidenheid" slaagt het trio er echter wel in om van verschillende, zij het dicht tegen elkaar liggende walletjes te eten. Zo is 'Con Largos' gedrenkt in een fadoachtige weemoed, zoals de "hopla"-ritmiek van 'Tzygane' naar de zigeunercultuur verwijst. Met de walking bass-lijn in 'Bangkok ou Ailleurs' komt salonjazz naar boven, terwijl de voorzichtige en harmonisch mistige pianopartij van 'Kater' (met een vocale bijdrage van Jessa Wildemeersch) zo uit een impressionistisch lied van Duparc weggelopen zou kunnen zijn.
Met al deze toegankelijke referenties is het haast onvermijdelijk dat Tricycle hier en daar stevig met kitsch flirt. Vooral wanneer Laloy in 'Evinha, Minha Vizinha' overschakelt van sax naar fluit zoeken ze de grens echt op. De heren van Tricycle slagen er echter in om steeds aan de smaakvolle kant van de lijn te blijven. En dat is op zich al een prestatie voor wie aan de slag gaat met een qua sfeer en sentiment zo beladen combinatie als Tricycle. Pretentieloos amusement? Mogelijk, maar in elk geval muzikaal amusement.

Meer over Tricycle


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.