Er bestaan hooguit een hondertal groepen die gedurende twee decennia zulk een duizelingwekkend hoge productiekwaliteit hebben kunnen aanhouden als Yo La Tengo. Men kan zich haast elke van hun releases blindelings aanschaffen. Naast hun nu twaalf studioplaten beschikken ze over een catalogus van talloze interessante compilaties, singles en ep's die elk even onmisbaar zijn voor de fans. Hun laatste album heet 'I Am Not Afraid of You and I Will Beat Your Ass' en zal niemand ontgoochelen: het is weerom een ecclectisch en verslavend Yo La Tengo-album van het zuiverste water.

Het echtpaar Ira Kaplan (zang, gitaar) en Georgia Hubley (zang, drums) zijn alternatieve muziekhelden, als zo'n mensen bestaan: ze zoeken al twintig jaar lang hun eigen compromisloze weg en worden tezelfdertijd bestempeld als «the nicest band on earth». James McNew (zang, bas), die sinds 1992 zijn charmante popinvloeden bijdraagt tot de mix (maar de band pas enkele platen geleden officieel vervoegde) maakte van de groep een haast omnipotent triumviraat. In deze smalle kolommen is het onbegonnen werk een eerbiedig overzicht van hun wapenfeiten te geven, iets waarvoor de lezer terecht kan in meer gespecialiseerde literatuur. Hun twaalfde studioalbum begint met de tien minuten durende rocker 'Pass the Hatchet, I Think I'm Goodkind', die gebaseerd is op louter één basriff, maar dat zal eigenaars van de vorige albums niet verbazen. Door de vrijheid waarmee YLT hun beroep uitoefenen werd hun muziek in het verleden wel eens als jazz bestempeld, maar «toegankelijk experiment» of «poppy psychedelica» zou eigenlijk meer van toepassing zijn. Eerste single 'Beanbag Chair' krijgt onmiddellijk een plaatsje naast het meest memorabele werk van de band (raadpleeg hiervoor de dubbele verzamelaar 'Prisoners of Love'). Het prachtige, door Hubley gezongen 'I Feel Like Going Home' laat er vervolgens geen twijfel over bestaan; 'I Am Not Afraid of You and I Will Beat Your Ass' is opnieuw een homerun voor dit uit Hoboken, New Jersey, afkomstige trio. Een nadeel is misschien dat het album erg lang is (een uur en 17 minuten), waardoor het in deze jachtige tijden zelden in één zitting zal worden beluisterd. Desalniettemin doet de lange duur geenszins afbreuk aan de kwaliteit van de songs, want die zijn zodanig gevarieerd van aard en geluid dat er nooit luistermoeheid dreigt. Lawaaierige indierockers zoals 'Pass the Hatchet' worden afgewisseld met de softpop van 'The Race Is on Again', lichtvoetige jazz ('Sometimes I Don't Get You') en uitgesponnen instrumentale klanktapijten zoals in 'Daphnia'. Ook de regelmatige afwisseling van de vocale hoofdrol is een troef: Kaplans zachte, Lou Reed-achtige parlando levert steeds mooie contrasten op met Hubleys fluisterende engelenstem en de onvaste tenor van McNew (prachtig in 'Black Flowers'). De grootste en meest unieke charme van de plaat is echter dat Yo La Tengo het geheel ondanks de rijke variatie een vanzelfsprekend lijkende samenhang kan verlenen. De cd sluit af met de bijna twaalf minuten durende, prachtige gitaarherrie van 'The Story of Yo La Tengo', een polaroid van een meesterlijke groep die na twintig jaar nog steeds even gepassioneerd is door muziek.

Dit twaalfde album kan worden gezien als een bevestiging van iets waar critici en bewonderaars het al jaren over eens zijn: Yo La Tengo is één van de meest betrouwbare en essentiële groepen die de overgang naar het huidige millennium hebben overleefd. 'I Am Not Afraid of You and I Will Beat Your Ass' zal oude fans verblijden, terwijl de plaat evenzeer perfect kan dienen als een introductie tot het volledige oeuvre. Laaiend enthousiasme is een kritisch register dat al te vaak wordt opengetrokken, maar in dit geval wordt het gerechtvaardigd door zowel het genie van de artiesten als de onmisbaarheid van hun laatste album.

Meer over Yo La Tengo


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.