George Antheil (1900-1959) noemde zichzelf de 'bad boy of music'. Behalve een componist die het links en rechts stelen niet schuwde was hij ook een uitmuntend pianist. Zijn aparte stijl vol vrolijke, humoristische knipogen omvat zowel echte jazzpassages als werk dat helemaal thuishoort in de revolterende stijl van de jaren twintig van de vorige eeuw. CPO verzamelt op deze cd het eerste en het tweede pianoconcerto, de 'Jazz Symphony' en een aantal korte werken voor pianosolo. Virtuoos van dienst is Markus Becker.

De twee pianoconcerto's, die respectievelijk uit 1922 en 1926 dateren, baden helemaal in de verticale ritmiek en de harmonische taal van Igor Stravinsky. Antheils idolatrie voor de man gaat zelfs zo ver dat hij, vooral in het eerste concerto, volledige delen uit werken van Stravinsky plagieert. Het bekendste motief uit Stravinsky's ballet 'Petroesjka', een reeks parallelle akkoorden, laat Antheil bij voorbeeld meermaals terugkeren, en gebruikt hij als basis om verder te variëren. Op andere momenten is in het orkest dan weer de primitieve ritmiek die centraal staat in 'Le Sacre du Printemps' te herkennen. Terwijl in dit eendelige eerste concerto echte citaten voorkomen, gebruikt Antheil in het tweede concerto Stravinsky's taal meer als basis om eigen ideeën uit te laten vertrekken. Vooral in de hamerende ritmiek en in het parallelle harmoniegebruik, dat de zuiver harmonische basis wegneemt, blijft de geest van zijn voorbeeld echter onmiskenbaar aanwezig. De Duitse pianist Markus Becker maakt in zijn vertolkingen grote indruk. Hij combineert ritmisch accuraat spel met een onmiskenbaar vrolijke drive, iets waarin hij perfect ondersteund wordt door de NDR Radiophilharmonie, al lijkt hun klank opnametechnisch niet helemaal in balans met de piano. Ze mogen zichzelf ook bewijzen in de luchtige 'Jazz Symphony', een werk dat bijna als een popmelodie lijkt te eindigen.

De cd eindigt met vijf korte composities voor piano solo, waarbij het vooral de opgewekte en ratelende 'Can-Can' en het razend virtuoze 'Death of Machines' zijn die in het oor springen. Antheils sympathie voor jazzharmonieën komt in alle vijf de stukken duidelijk tot uiting, net als zijn neus voor melodische spanning. In zijn heldere vertolkingen brengt Markus Becker al deze aspecten duidelijk naar voren, en sluit zo dit eerbetoon aan George Antheil in stijl af.

Meer over George Antheil


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.