The Polyphonic Spree is een "symfonische popgroep" uit Dallas aangevoerd door zanger Tim DeLaughter. Het meest opvallende aan deze band is zijn groot aantal leden: naast een dozijn instrumentalisten heeft DeLaughter ook nog eens een even talrijk koor tot zijn beschikking. The Polyphonic Spree hult zijn optimistische songs aldus in een muur van geluid die vooral live indruk kan maken. Enkele ep's niet meegerekend is 'The Fragile Army' het tweede studioalbum van deze meute, wiens muziek weleens wordt vergeleken met de weirdo-pop van The Flaming Lips of de gezwollen pseudo-soundtracks van Mercury Rev.

De meeste elementen die van de vorige releases een bescheiden succes maakten worden hier hernomen: een groots geluid, spectaculaire arrangementen en een bijna kinderlijke levensvreugde die uit de nummers spreekt. Toch zijn de inhoudelijke thema's dit keer wat minder van zonnestralen en madeliefjes doordrenkt: DeLaughter lijkt recent wat amoureuze perikelen te hebben doorstaan die doorsijpelen in zijn teksten. Die ontwikkeling was al merkbaar op de ook in 2007 verschenen ep 'Wait', maar is nu nog prominenter aanwezig: de sombere teneur van de teksten staat in schril contrast met de jolige Up with People-esque muziek. De sound van The Polyphonic Spree is sterk verwant aan de glampop van David Bowie's werk uit de jaren zeventig ('Ziggy Stardust', 'Alladin Sane') of zelfs aan de hippiemusical 'Hair'. De vorm primeert echter duidelijk op de inhoud: DeLaughters composities zijn van een onmiddellijk herkenbare aard en nodigen bijna letterlijk uit tot meezingen. Dit maakt van 'The Fragile Army' een uitermate toegankelijk werk, maar het zorgt er ook voor dat een déjà entendu-gevoel nooit veraf is. Want wat The Polyphonic Spree ondanks al zijn glitter en bombast niet kan verbergen, is dat er vaak weinig boeiende songs aan de basis liggen van al die sonische glamour. De meeste nummers blijven al te zeer op de vlakte en zijn melodisch schatplichtig aan het werk van overbekende artiesten als The Beatles ('Checking out'), David Bowie (alles) en Queen (de titelsong). Ook vormelijk kan het echter beter: The Polyphonic Spree toont zich na verloop van tijd een one trick pony die, wanneer men bekomen is van de initiële overweldiging, nogal vermoeiend kan zijn. De band trekt immers bijna constant dezelfde registers open, waardoor het album tegen het vijfde nummer ('Younger Yesterday') al een erg eenzelvige indruk begint te geven. Verder laat DeLaughter – niet de meest toonvaste zanger van de groep – zijn stem zoals steeds sterk naar voren mixen, in plaats van zijn uitstekende koorzangeressen wat meer op de voorgrond te laten treden. Enkel de sterkste nummers overleven na een aantal luisterbeurten, zoals de onweerstaanbare single 'Running Away', 'Get up and Go' en het erg mooie 'Light to Follow'.

Er staan verder nog twee bonustracks op deze schijf, waaronder een minne cover van Nirvana's 'Lithium' die vooral onthult dat The Polyphonic Spree het nog een pak slechter kan doen. The Polyphonic Spree toont zich op 'The Fragile Army' ondanks alle pracht en praal een muzikaal lichtgewicht dat maar in beperkte mate kan boeien. Het lijkt erop dat DeLaughter en co. genoegen nemen met dezelfde formule waar hun vorige releases op gestoeld waren. Dat levert hen een bijwijlen aangenaam, maar nooit essentieel album op.

Meer over The Polyphonic Spree


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.