In 2005 werd de jonge pianist Rafal Blechacz op twintigjarige leeftijd de eerste Poolse winnaar in de gerenommeerde Chopin wedstrijd in Warschau sinds Krystian Zimmerman hem dertig jaar eerder voorging. Een contract bij Deutsche Grammophon bleef niet uit en een eerste cd presenteerde – hoe kan het anders? – muziek van landgenoot Chopin. Voor deze tweede opname dook Blechaz in het klassieke repertoire met een pianosonate elk van de drie grote Weense klassieken. Beethovens tweede sonate en Haydns sonate in Es majeur (Hob. XVI:52) dateren uit 1796 en 1794 en liggen dus niet zo ver uit elkaar. Mozarts sonate KV 311 is een vijftiental jaar ouder.

Rafal Blechacz geniet hoorbaar van de vele snelle trekken die Haydn in zijn sonate schrijft en houdt beide hoekdelen licht en spitsvondig. In enkele mineurpassages vinden we zelfs een voor de achttiende eeuw exotisch 'Ottomaans' kantje terug, een herinnering aan een stijl van muziek die in het Wenen van keizer Joseph II heel populair was. Het tweede deel voert hij dromerig uit maar dit is een droom die op typisch Haydniaanse, theatrale wijze onderbroken wordt, door enkele directe passages die de luisteraar terug stevig op de grond zetten. Ook veel humor zit er in de finale, waar Blechaz precies begrijpt hoe Haydn tegen de verwachtingen van zijn toehoorders kan ingaan, met plotse loopjes en muzikale wendingen.

Binnen een nochtans erg klassiek idioom haalt Blechacz Beethovens impulsieve karakter voor de geest door een uitvoering voor te stellen die weliswaar nergens ruw klinkt maar die op vele plekken sterk 'vooruit' gedacht wordt, net niet haastig. Een bijna ostinaat lopende baslijn en een strak, niet al te traag tempo maken van Beethovens langzame middendeel een rustpunt op de hele cd, waarin Blechaz een paar climaxen met net genoeg gevoel door dramatiek en een harde, hamerende aanslag kan neerzetten. De finale krijgt een lyrische uitvoering mee die bewijst hoe mooi Blechaz zijn concertvleugel kan laten zingen, iets wat ook in de bassen in de laatste maten van het langzame deel tot uiting komt.

Mozarts sonate klinkt vanaf de eerste noten schaamteloos en levenslustig, alsof deze sonate niets meer dan speelgoed in Rafal Blechacz' handen is. Het droevige middendeel wordt met een zulke eenvoudige onschuld – geen maniërismes, geen opdringerige rubato maar alleen wat er in de partituur staat - uitgevoerd dat je er als luisteraar alleen maar Blechaz' muzikale integriteit kunt bewonderen. Eenzelfde eerlijkheid ook in de finale, die van een zuiver geluk spreekt zoals alleen Mozart het had kunnen beschrijven.

Dit is en blijft een heerlijk muzikale uitvoering van drie klassieke sonates waar niemand onbewogen van zal blijven. Bovendien is de manier waarop hij subtiel zowel Mozart als Beethoven en Haydn elk hun eigen karakter meegeeft, beslist de moeite waard.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.