AlascA wordt gevormd door vier ukkies afkomstig uit Volendam (Noord Holland) die volgens de persbrief de laatste maanden de complimenten opstapelen. Het zijn niet van de minste die hen bejubelen. Zo zouden ze in Leo Blokhuis – voor wie niet volledig thuis is in Nederland: hem kan je gerust de muziekpaus van de Nederlanders noemen – een fan hebben. Hij verwoorde hen als “dé belofte van 2012’. Sterker nog, ook Robin Pecknold – niemand minder dan de aanvoerder van Fleet Foxes – noemde AlascA het Europese antwoord op zijn eigen band. Nu is het zo dat dit laatste toch niet volkomen opgaat. Tijdens het beluisteren van hun gevierde debuut ‘Actors & Liars’ kwam de geest van Fleet Foxes zelden boven water. Meer nog, de muziek klinkt een pak meer Europees, de samenzang is véél minder nadrukkelijk en de stemmen iets minder pakkend. Toch is het helemaal niet de bedoeling om afbreuk te doen aan hun prestatie. In de eerste plaats kan dus alvast meegegeven worden dat AlascA geen goedkoop doorslagje is van de Amerikaanse heren. Ze hebben daarentegen een eigen identiteit en een eigen weg uit te stippelen.

In essentie brengt AlascA op hun debuut ‘Actors & Liars’ hedendaagse folk en dat in een vorm die wel meer mooie referenties bevat. Meer nog dan Fleet Foxes kunnen de heren omschreven worden als de slaapkamervariant van Mumford & Sons (‘Paint, Tower And Hill’). Deze slaapkamer ontgroeien ze bovendien in nummers als ‘Arms Of The Arts’ en vooral ‘155’, wat op sleeptouw genomen wordt door banjo en een portie opzwepende traditionele folk.

Verder laat de omkadering van AlascA er geen twijfel over bestaan dat de groep de mosterd haalde uit de muziek van de zestiger en zeventiger jaren. Dit komt onder meer naar boven in het titelnummer en wordt vooral bepaald door de stemmen van zangers William en Frank Bond.

Verder mag een lans worden gebroken voor de arrangementen. Want ondanks de meer dan behoorlijke teksten, warme (samen)zang en uitgekiende melodieën, is het vooral dit onderdeel dat album spannend maakt van begin tot einde. De arrangementen variëren van vrij sober tot uitgesponnen. Zo bevat een nummer als ‘I Dreamed She Was The Universe’ niet veel meer dan enkele gitaren , terwijl het instrumentale ‘Déjà Vu’ volgestouwd werd met zweverige percussie, belletjes, gitaargetokkel en toetsen, maar het wordt nooit overdadig. Hierbij mag in belangrijke mate gekeken worden in de richting van producer Alan Branch die ooit een Grammy Award won voor zijn werk met Jeff Beck en ook samenwerkte met onder meer U2, Blur, Cat Stevens (niet verrassend) en Sinead O’Connor.

Talent hebben de vier jongelingen van AlascA zat. Dat bewijzen ze voldoende op hun debuutalbum dat rustig zeilt tussen de muziektraditie en de hedendaagse radiogolven.

Meer over AlascA


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.