Wanneer een artiest(e) zijn of haar muziek gaat aanlengen met andere invloeden wordt het moeilijk om te oordelen op authenticiteit of echtheid. De oprechtheid van het product wordt dan voor een buitenstaander moeilijk te meten: meer dan eens bleek een vergruisde muzikant jaren later een waardevolle trendsetter te zijn. Wie aan 'Rise' begint om Anoushka Shankar (dochter van Ravi Shankar) te horen als een traditionele sitarspeelster met de kenmerkende, klaterende snaargeluiden, zal na de cd wat ontnuchterd zijn. Want hoewel Shankar hier wel degelijk sitar speelt, ligt de klemtoon duidelijk op haar rol als componiste. Bovendien versnijdt ze haar Indische wortels met heel andere tradities. De van de popmuziek geleende, mistige synthesizers en klare basgitaar voelen daarbij afgestoft, glad en koud aan. De extra diepte die opgezocht wordt met kleine effectjes op de sitar of de tabla's zijn niet ingrijpend genoeg om meer te doen dan de muziek te kleuren, idem voor gastbijdrages op didgeridoo of duduk of de gedempte pianosnaren waaruit de achtergrond van 'Solea' opgetrokken is. In dit nummer voorziet pianist Ricardo Miño de muziek wel van een flamencosfeertje, maar dan wel één waarbij het ritmische vuur ingeruild wordt voor een hangende, filmische suspens. Al te vaak klinkt de muziek op de cd als een soundtrack bij een toeristische reclamespot.

Wat 'Rise' echter nog veel meer van Indische wortels ontdoet, is het gebrek aan ritmische en melodische spanning. Hier en daar mogen de typische toonverbuigingen hun gang gaan, maar even vaak lijken de melodieën aangepast aan de Westerse normen. Hetzelfde geldt voor de metrische en de ritmische structuren, waarbij de complexiteit van Indische pulsen nooit wordt uitgebuit. Kleine uitzonderingen zijn het in een onregelmatige maatsoort (7/4) geschreven 'Red Sun', waarin Shankars tablaspelers elkaar bekampen in leuke vocale imitaties van percussiegeluiden. 'Mahadeva' valt dan weer op door de iets meer duistere sfeer. Zware percussie en sinistere mannenstemmen roepen een ritueel gevoel op dat ook niet zou misstaan als roeiritme voor galeislaven. Veel zachter klinkt dan weer het sitarloze 'Beloved' dat muzikaal niet echt beklijft, maar wel laat horen dat Shankar over een lichte, mooie stem beschikt.

Het enige nummer dat echt in de buurt van het kookpunt komt is 'Voice of the Moon'. Het contrast en het samenspel van de Westerse cello, de typische sitar en de aangeslagen snaren van de santur verfijnen hier het geluid en geven het diepte. Bovendien is het traditioneel kronkelende, Indische thema hier langer en beter uitgewerkt. Wanneer het ritme drukker wordt en het tempo lijkt te ontdubbelen, komt het typisch ronddraaiende van de Indische muziek eindelijk naar boven. Op het einde wordt de spanning nog verder opgedreven door hoekigere herhaalde patronen met ritmische accenten.

Of 'Rise' een oprechte en een eerlijke plaat is, is een vraag die alleen door Anoushka Shankar beantwoord kan worden. Feit is wel dat het album veeleer een product is van de poppy, eclectische wereldkeuken dan traditionele Indische muziek.

Meer over Anoushka Shankar


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.