Andrew Whiteman staat in de eerste plaats bekend als een van de vele gitaristen en zangers van Broken Social Scene, de Canadese indie-outfit die evengoed als nationaal elftal zou kunnen dienen. Het belang van deze supergroep, waarin songstructuurexperimenten worden overgoten met onweerstaanbare popmelodieëen, kan moeilijk overschat worden. BSS verenigt ongeveer alle essentiële artiesten die voor het Arts & Crafts-label werken, waaronder zangeres Feist, leden van Stars, The Dears en anderen. Terwijl die laatsten allemaal een succesvolle eigen carrière ontwikkelden, kreeg Whiteman in de gaten dat ook hij evengoed een zijproject kon beginnen – om de periodes waarin Broken Social Scene plat lag creatief te kunnen opvullen. Na een familiebezoek in Cuba van twee maanden besloot Whiteman zijn liefde voor latinomuziek te concretiseren in de groep Apostle of Hustle. 'National Anthem' is zijn tweede plaat onder deze naam en is in tegenstelling tot zijn voorganger een minder letterlijke herneming van traditionals of latino-volksmuziek. Whiteman slaagt er op 'National Anthem' beter in die invloeden te combineren met zijn feilloos indiepopinstinct.

Op papier lijkt het wellicht een riskante onderneming: een doorgewinterde indierocker die een uitstapje waagt in de wereldmuziek. Whiteman blijkt echter goed te weten wat hij niét wilt. Op 'National Anthem of Nowhere' gaat hij niet de Manu Chao-toer op, noch probeert hij zijn eigen composities louter van een latino-arrangementje te voorzien. Met dit album wordt duidelijk dat de artiest een richting is ingeslagen die even onverkend als interessant is. Songs als de extatische titeltrack of het bizarre, spooky zeemanslied 'Haul Away' zijn melodisch en structureel even boeiend als het beste van Broken Social Scene, maar baden daarnaast in een warme sfeer, geboren uit de Zuiderse klanken waar de man al zijn hele volwassen leven naar luistert. 'National Anthem of Nowhere' heeft een organische, bijna grove textuur die Whitemans veelzijdige stem in de verf zet. De zanger is verstandig geweest bij de selectie van zijn bandmaats: Julian Brown (bas etc.) en Dean Stone (drums etc.) zijn oude bekenden die hun sporen in de indiescène hebben verdiend, terwijl Daniel "Patanemo" Stone (van de uitstekende Canadese salsagroep Caché) voor weelderige percussie zorgt. Apostle of Hustle sluit qua esthetiek nog het meest aan bij de eerste Pixiesplaten: de jonge Frank Black was bij de voorbereiding van 'Come on Pilgrim' en 'Surfer Rosa' evenzeer ondergedompeld in Zuid-Amerikaanse muziek. Hoewel deze een directe en ingrijpende invloed had op zijn songs en sound, kon de muziek van Pixies echter bezwaarlijk als latin rock omschreven worden. Rocksongs als 'Haul Away' en 'My Sword Hand's Anger' baden in dezelfde sfeer als Pixies' 'Vamos' of 'Isla de Encanta'. Anderzijds is Apostle of Hustle's geluid subtieler en minder agressief van aard. Ondanks de avontuurlijke manier waarop wordt omgegaan met songstructuren, is 'National Anthem of Nowhere' een echt songalbum: de uitstekende nummers volgen elkaar als vanzelfsprekend op, alsof het in Whitemans wereldje ondenkbaar is dat iemand ooit zoiets als een slechte plaat zou kunnen maken. Wervelende popsongs als 'Chances Are' en 'Justine, Beckoning' zijn ronduit onweerstaanbaar en enkel de zwijmelende café-afsluiter 'NoNoNo' valt wat tegen.

Mensen wiens Manu Chao-cd's vol krassen ergens onder een kast liggen, of die net iets meer verwachtten van Gabriel Rios' laatste, moeten 'National Anthem of Nowhere' nog deze zomer in huis halen. Dit tweede album van Apostle of Hustle ademt een gelijkaardige fijnzinnige, Zuiderse charme uit, maar het zijn Whitemans originele prachtsongs die zowel indiefans als Couleur Café-gangers zullen overtuigen.

Meer over Apostle of Hustle


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.