Na jarenlange engagementen bij Joe Zawinul en het mee door hem opgerichte Orchestre National de Barbès, nam Aziz Sahmaoui in 2011 zijn eerste album onder eigen naam op. Met zijn University of Gnawa weet de uit Marokko afkomstige, maar in Frankrijk wonende Sahmaoui een goed evenwicht te vinden tussen een modern, westers instrumenatrium en dat uit de bovenste helft van Afrika.

Zelf is hij voornamelijk te horen op snaarinstrumenten als de eerder elementaire ngoni en gumbri of de iets geavanceerdere mandola. Aangevuld met de Perzische tar, kora en traditionele slagwerkinstrumenten als bendir, derbuka, cachichi en de kletterende karkabou ligt de klemtoon overwegend op een authentiek geluid. Het gebruik van bas, gitaren en keyboards wordt goed gedoseerd en verstoort zelden het plaatje. Zelfs de fusion-momenten klinken niet als de spreekwoordelijke tang op het varken.

Sahmaoui is opgegroeid in de cultuur van de Maghreb, waarvan vooral de gnawa-muziek een duidelijke stempel drukt op dit album. De gelaagde ritmiek, met de herhaalde, maar schijnbaar destabiliserende ritmes en de kleine verrassingen die daaruit voortkomen, vormen een rode draad doorheen de plaat. Die loopt zowel door de twee intieme, akoestische nummers die Sahmaoui solo speelt, als door de tracks met de volledige band. ‘Ana Hayou’ en ‘Tamtamaki’ laten horen hoe opzwepend de University of Gnawa kan klinken: dansbaar, soms voorzien van kleine breaks, maar steeds met een gelaagd geluid dat echter nooit onder het eigen gewicht bezwijkt. Al even indrukwekkend klinkt de groep in Joe Zawinuls ‘Black Market’. Het fusion-thema past mooi in het levendige gnawa-ritme, wat eens te meer aangeeft hoe sterk Sahmaoui de verschillende muzikale culturen in de vingers heeft.

De muzikale fundamenten liggen zelfs zo sterk dat de groep doorgaans ook in de meer poppy nummers overeind blijft. In ‘Maktoube’ is een zweempje reggae te horen en in ‘Alf Hilat’, net als ‘Maktoube’ een compositie van Sahmaoui zelf, zorgen de kronkelende instrumentale synthesizermelodieën voor raï-invloeden in een goed uitgewerkt arrangement. In het met accordeon bijgekleurde ‘Miskina’ ontbreekt de ritmische diepgang wat en zet Sahmaoui meer in op de melodie. Voor de popballad ‘Rofrane’ stuurt Sahmaoui de muziek nog wat verder weg uit het traditionele vaarwater. Ook hier is het resultaat echter geen draak te noemen, maar het vlakkere verloop maakt de track wel tot het zwakke broertje van de plaat.

Dat zegt iets over ‘Miskina’, maar nog meer over de andere tracks op het album. Die getuigen doorgaans immers van een haast onverhoopte balans tussen de verschillende winstreken en muzikale culturen en tonen Sahmaoui als een muzikant die de deuren openzet voor invloeden van buitenaf, maar daarbij nooit zijn eigenheid verliest. En dat is geen evidentie.

Meer over Aziz Sahmaoui & University of Gnawa


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.