De periode tussen 1717 en 1723 die Johann Sebastian Bach in Köthen in Saksen-Anhalt doorbracht, was zijn meest productieve wat instrumentale muziek betreft. De prins van het kleine prinsdom was namelijk calvinistisch en gebruikte geen muziek tijdens religieuze plechtigheden. Wereldse, instrumentale muziek was echter geen probleem en in deze periode ontstonden naast de zes Brandenburgse concerti of de sonata’s en partita’s voor soloviool ook de zes suites voor solo cello. Roel Dieltiens komt na een eerste opname van de suites haast twintig jaar geleden op de proppen met een nieuwe, prachtige uitvoering van deze monumentale werken.

Dieltiens neemt beheerst de tijd om Bachs melodieën te plaatsen en met name om sleutelmomenten zoals overgangen of modulaties kalm aan te brengen. Daardoor lijkt deze muziek enorm te ademen: geen enkele passage, of die nu snel of traag uitgevoerd wordt, lijkt gehaast. Het geheel bezit een sterk retorisch gedachte, heldere voordracht. Hij neemt aardig wat vrijheid in zijn tempi en die vrijheid verraadt een ongelooflijke muzikale verbeelding in de manier waarop hij zich deze muziek volledig eigen maakt.

Kwaliteiten die al eerder op onder meer recente opnames van Vivaldi’s cellomuziek te horen waren, blijven ook hier aanwezig. Zulke kwaliteiten vindt men in Dieltiens’ neiging om herhaalde passages te versieren of zelfs gewoonweg een ander karakter mee te geven en zo voldoende los te komen van de partituur om deze muziek leven in te blazen.

De diepe maturiteit kenmerkt de langzame delen. De preludes worden bedachtzaam gespeeld, met zorg voor Bachs gebruik van harmonie. De sarabandes en vooral de allemandes klinken introvert maar halen een ijzeren kracht uit de soms haast romantische manier waarop Roel Dieltiens Bachs lange melodische lijnen breed kan uitspelen. De snellere dansen, courantes of gigues krijgen een vlotter tempo mee maar worden nooit als technische huzarenstukjes gepresenteerd. Enkel in de zesde suite krijgt de luisteraar virtuoze cadenza passages gepresenteerd. Muziek, niet cellotechniek primeert maar dat verhindert niet dat delen als de bourrées uit de vierde suite zo opwindend gespeeld worden dat ze haast gewichtloos lijken.

Er valt nog meer verdienstelijks over deze opname te vertellen, de manier bijvoorbeeld waarop elke suite met zijn eigen toonaard ook zijn eigen, specifieke karakter meekrijgt. Maar genoeg lof is deze cd al toegezwaaid, een nieuwe opname van Bachs cello suites die moeiteloos naast de beste bestaande opnames geplaatst mag worden!

Meer over J.S. Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.