Een beleefde vraag aan de turbulente huishoudens bij de platenfirma's binnenskamers: heeft Nelson Goerner nu definitief voet aan wal gezet bij een label dat zijn karakter als muzikant als gegoten zit? De voorbije jaren was het voor de in 1969 geboren Argentijn Nelson Goerner immers een pelgrimstocht van platenfirma naar platenfirma. Als gast mocht hij aanschuiven bij Chandos en Glossa, als solist haalde EMI hem binnen, van zijn beschermster Martha Argerich mocht hij meezitten aan haar dis bij Warner en inmiddels zette de pianist koers richting Zig-Zag Territoires – jawel, een label dat muziek inblikken niet als een commercieel tijdverdrijf beschouwt. Dat uit zich ook nu weer via een uitstekende toelichting bij de gespeelde werken, waartussen Goerner zelf enkele aanvullingen formuleert. Het is een wat merkwaardige maar ook interessante vorm om een uitvoerder zijn programma te horen toelichten: de musicologische duiding komt uit musicologische hoek, de interpretatieve van de interpreet zelf, die zich tot enkele kanttekeningen beperkt. De perfectionist die Goerner in zijn spel is, werd door de geluidstechnici in de studio overigens gerespecteerd. De opname lijkt als geheel nogal stil, maar door als het ware de stilte via een lichte ruis actief op te nemen in de totaalklank van het album, komt nog meer naar boven hoezeer Debussy deze pianoliteratuur vanuit de innerlijke stilte die er nu eenmaal is in de golvende bewegingen van het emotionele getij heeft omgezet.

Een eerste blik op dit programma zou kunnen doen vermoeden dat Goerner zich een of andere "best of Debussy" heeft willen permitteren. Meteen het tweede boek van de études, de fabuleuze 'Images' niet als integrale serie en tot slot nog het enigszins exuberante 'L'Isle Joyeuse' als toegift: levert dat geen ongemakkelijk allegaartje aan indrukken op, die als totaalervaring vooral een vertroebelde indruk nalaten? Nee, niets is zelfs minder waar. Goerner koos een programma dat gevoelsmatig klopt, van de eerste seconde tot de laatste, die overigens in een sacrale stilte gehuld blijft. Terwijl de Argentijn zijn programma afwerkt, stelt zich overigens de vraag vanaf waar een delicate ontleding van de partituur haar spontane ervaring onrecht begint aan te doen. De enigmatische wijze waarop Goerner de drie 'Estampes' benadert, resulteren niet in een kleurrijke lezing waarvan de natuurlijke flow ontroert. De pianist haalt immers de inwendige gloed uit deze korte kapittels naar boven. In de 'Pagodes' roept zijn haast chirurgische precisie een bijna akelige leegte op. Anders dan het typische kabbelen dat dit eerste deel kenmerkt, graaft Goerner naar de complexiteit van de ervaring van de pagode, die zich ineens in een broeierige, haast tegendraadse compositie lijkt te hebben vertaald. 'La Soirée dans Grenade', waarmee Goerner als Argentijn naar eigen zeggen misschien iets meer affiniteit voelt dan de niet-Spaanstalige medemens, krijgt een naakt sensualisme aangemeten, als honing voor de trommelvliezen. 'Jardins sous la pluie' is de logische conclusie van deze triptiek – bij Goerner een lofzang op het solitaire statuut van de waarnemer.

Met het tweede boek études gaat Goerner vervolgens verder. Zijn techniek mag dan een haast machinale perfectie benaderen, nooit klinken de studies gelikt, laat staan proper. Goerner wil hen omwille van de klank zelf oproepen, en zijn weelderige spel, ook nu weer ontzagwekkend clean, brengt magisch hulde aan de verbeelding, de humor en de diversiteit van Debussy's creatie. Met het eerste boek 'Images' keert Goerner vervolgens terug naar de mystieke essentie van de componist. Veelkleurig zijn de 'Reflets dans l'eau'. Sober, maar intellectueel tegelijk. De 'Hommage à Rameau' doet de tijd stilstaan en doet ook de luisteraar stilstaan bij de manier waarop Debussy een eerbetoon wilde voor de lang overleden Barokmeester. 'Mouvement' tenslotte herbergt de vreemdsoortige paradox van simultane stilstand en beweging. De fijne, ironische glimlach waarmee Debussy aan de schrijftafel moet hebben gezeten, echoot in de verte nog na wanneer Goerner de toetsen lost. En 'L'Isle Joyeuse'? Dat is een verfrissend appel dat de luisteraar terug naar de werkelijkheid brengt. Want op de een of de andere manier lijken Goerners interpretaties niet van deze wereld. Het zijn diamanten in een kristallen museum – het "nec plus ultra", alsof Goerners mensenhanden even in het godenbad der inspiratie hebben gebaad.

Meer over Claude Debussy


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Verder bij Spotify
Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.