Onder de onheilspellende groepsnaam 'Cold Bleak Heat' vinden we Paul Flaherty terug, geflankeerd door trouwe kompaan Chris Corsano, Greg Kelley (van onder meer Nmperign) en Matt Heyner (No Neck Blues Band). Zoals van deze heren kon worden verwacht bevat hun debuut geen vrolijke jazzdeuntjes maar wel stevige moten furieuze free jazz en improv, gespeeld vanuit een gevoel van creatieve rusteloosheid en bezetenheid. Wilde en woeste uitbarstingen worden vakkundig afgewisseld met ingehouden passages, intro's en outro's. Door deze afwisseling verkrijgen de improvisaties een soort van golvend en vloeiend karakter, iets organisch. De wijze waarop van relatieve rust wordt omgeschakeld naar collectieve razernij is dan ook imposant. De groepsleden zijn perfect op mekaar afgestemd en de snelheid waarmee op mekaar wordt ingespeeld en een ingezet thema, ritme of accent wordt beantwoord is indrukwekkend.
Kelley heeft een nogal abstract en gevarieerd trompetgeluid: lang aangehouden, vervormde en verwrongen klanken worden afgewisseld met lange series noten, vlotjes freewheelend over het volledige toonbereik van zijn instrument. Flaherty's spel is iets meer in de freejazztraditie geworteld: energieke saxuithalen, soms vrij melodieus dan weer scheurend of lange spiralen van korte nootsequenties blazend. Corsano drumt als bezeten, altijd sterk pulserend en roffelend en op de juiste momenten terughoudend of net een tandje bijstekend. Met zijn gevarieerd basspel (plukkend of met boog) lijmt Heynes het totaalgeluid aan mekaar. Hij springt gretig in de ruimte die het drietal nog enigszins laat: de ene keer volop solerend, dan weer structuur en richting gevend.
In de opener 'Never Give' Em What They Want' (die titel alleen al!) is het al meteen serieus hommeles. Corsano trapt af met knap polyritmisch drumwerk en Flaherty volgt beheerst. Kelley's trompet klinkt laag brommend maar 'ontstopt' gaandeweg en wordt drukker en hysterischer. Flaherty gaat mee in overdrive met schreeuweriger en energiek spel. Ook de drums worden nadrukkelijker en wilder. De bas, eerst geplukt maar dan bespeeld met boog, biedt vervolgens een soort van platform of houvast aan waarop de anderen met veel furie en energie uitfreaken en het nummer naar een climax stuwen. The Blue Dabs Of Vericose Veins' staat bol van ingehouden dreiging: de desolate sax wordt omstrengeld door een onheilspellende gedempte trompet terwijl de bas een spanningsboog opbouwt. De volgende drie langere improvisaties vertonen een wat gelijkaardig verloop. Telkens wordt minimaal ingezet: lange, ijle noten op sax, verwrongen trompetklanken, drone-effecten, geschraap en geschuur op bas en drums. Langzaam groeien deze klankexcursies naar wilde, energieke passages om dan weer te bedaren en op te bouwen naar een volgende uitbarsting of om de improvisatie beheerst neer te leggen. 'You Only Live For Infinity' ontaardt in een wilde jamsessie met woeste roffelende en in intensiteit toenemende drumsolo's en Heyner die zichzelf verliest in een bezeten basriff. Pas na zes minuten en extatisch geschreeuw vallen de blazers in en stoomt de improvisatie door naar de finale.
Het album eindigt verrassend maar gepast met het ingetogen en melodieuze 'Is That All You Got?'. Laat ons hopen van niet.

Meer over Cold Bleak Heat


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.