De Franse dirigent, tenor en klavecinist Hervé Niquet maakte zijn naam als een specialist in Franse muziek en in Franse barokmuziek in het bijzonder. Het is voor het uitvoeren van die Franse barok dat hij een goede twintig jaar geleden zijn eigen ensemble, Le Concert Spirituel oprichtte. Hier vindt men Niquet echter terug aan het hoofd van de Brussels Philharmonic, voorheen het Vlaams Radio Orkest en het Vlaams Radio Koor. Hij dirigeert geen barok maar negentiende-eeuws repertoire, namelijk muziek die Claude Debussy voor zijn Prix de Rome schreef. Die prestigieuze compositieprijs stelde jonge componisten in staat om vier jaar lang te verblijven in de Villa Medici, de Académie de France in Rome. Debussy deed verscheidene keren mee en won bij zijn derde poging de begeerde prijs. Alle werken die Debussy schreef in verband met deze Prix de Rome, werden hier bij elkaar gebracht. Dat zijn drie stukken voor koor met pianobegeleiding, twee koorwerken die hij tijdens zijn verblijf in Rome schreef en de twee cantates voor vocale solisten en orkest waarmee hij in 1883 een tweede en in 1884 een eerste plaats won, namelijk ‘Le Gladiateur’ en ‘L’Enfant Prodigue’.

Niquets achtergrond in de zangwereld hielp bij het selecteren van zijn solisten: die zijn alle vier van een uitzonderlijk hoog niveau, zingen trefzeker en expressief. De tekst is in deze werken even belangrijk als de muziek en het is een grote verdienste van de solisten dat die tekst zonder uitzondering uitstekend verstaanbaar blijft. En niet alleen de dictie zit goed: in de cantates, die lijken op operascènes in miniatuur, hoort men hoe doorleefd de solisten deze muziek acteren.

Sopraan Guylaine Girard zingt een accurate sopraanrol vol expressie en contrast, niet alleen in de cantates maar ook in verschillende koorstukken. Tenor Bernard Richter speelt een overtuigende, heroïsche gladiator in de gelijknamige cantate, ondanks het feit dat het libretto van de cantate en zijn personage nogal eendimensionaal overkomen. Inhoudelijk sluit het Bijbelse 'L'Enfant prodigue', met zijn thematiek rond vergiffenis dan toch beter aan bij een hedendaags publiek dan het kartonnen verhaal van een gladiator die de dochter van een Romeinse senator verleidt.

De latere Debussy is al goed te horen: in het exotisme van 'L'Enfant Prodigue' of in de koorstukjes, die de woordeloze gezangen van de 'Nocturnes' voorafschaduwen of in de pianobegeleiding, die een verbinding legt naar de vierentwintig 'Préludes' voor piano. 'Le Gladiateur' schiet eruit met zijn Wagneriaanse harmonieën en zwaarmoedige muziek maar dat bleek toch niet echt Debussys sterke punt te zijn en hij herhaalde die schrijfstijl later niet meer.

Niquet nam eigen pianisten mee om de koorwerken te begeleiden. Marie-Josèphe Jude en Jean-François Heisser spelen schitterend en blazen leven in elke maat van de werken die ze begeleiden. Ze verstaan de kunst om Debussy waar nodig net zo terughoudend te spelen dat elke noot met uiterste zorg geplaatst lijkt. ‘Printemps’, wat Debussy tijdens zijn verblijf in Italië schreef, bevat echter een wervelende pianopartij à quatre mains en toont een Debussy die even fris en vrolijk klinkt als een zonovergoten impressionistisch tableau.

De Brussels Philharmonic voorziet een kleurrijke begeleiding en laat enkele opvallend sterke instrumentale solisten aan het woord. Zo begint 'L'Enfant Prodigue' met een uitzonderlijk muzikaal geblazen hoornsolo, terwijl de koperblazers, en vooral dan een stevige trombonesectie 'Le Gladiateur' kernachtig ondersteunen. Ook het koor verrast met een egale, heldere klank en enkele kleurrijke momenten, vooral in het langere 'La Demoiselle Elue'.

De hele uitgave wordt voorzien van een jammer genoeg eentalig Frans maar bijzonder mooi vorm gegeven boek dat enkele essays rond Debussy en de Prix de Rome in het algemeen bundelt. Dat de verzamelde werken die Niquet hier voorstelt niet alle zeven van het zelfde niveau zijn, spreekt vanzelf. Bovendien gaat het hier om opdrachtwerken die naar een vooraf bepaald libretto en naar strikte compositorische eisen zijn geschreven. Maar toch verveelt deze opname nergens en ontdekt men een vroege Debussy die soms wel maar soms ook nog niet zijn latere stem lijkt gevonden te hebben. Niquet bezit een diepe affiniteit met dit repertoire en inspireert zijn muzikanten tot muzikale, geraffineerde uitvoeringen.

Meer over C. Debussy


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.