Shostakovich' oeuvre is duidelijk gevarieerder dan dat van die andere grote symfonici: Mahler en Bruckner. Niet al zijn symfonieën zijn lange, Mahleriaanse creaties voor groot orkest zoals zijn zevende of vierde. Op deze dubbelcd staan echter twee werken die, qua opzet en dramatische kracht, moeiteloos in het rijtje van grote twintigste-eeuwse meesterwerken geplaatst kunnen worden. Het Engelse Hallé Orchestra nam Shostakovich' vijfde en tiende symfonie op, respectievelijk in 1990 en 1991, onder leiding van de Poolse dirigent Stanislaw Skrowaszewski.

De twee symfonieën op deze cd werden onder erg moeilijke omstandigheden geschreven; Shostakovich schreef zijn vijfde onder de donkere schaduw van Stalins deportaties, net nadat hij in 'Pravda' was aangevallen wegens zijn ontoelaatbare, modernistishe tendensen. De tiende werd vijftien jaar later geschreven, na een lange creatieve impasse van bijna acht jaar, en net na Stalins dood, alsof dat Shostakovich' stimulans was om het componeren weer op te nemen. Sommige critici hebben in de uitbeelding van 'muzikale barbarij' dan ook eerder een grof portret van de Russische 'vhozd', de Russische leider, gezien. Veel modernistisch geëxperimenteer is echter nog steeds uit den boze, en beide symfonieën zijn dus klassiek opgebouwd, vierdelig en met, vooral in de vijfde, een verplichte triomfantelijke finale.

Stanislaw Skrowaczewski slaagt erin deze twee symfonieën om te vormen tot redelijk beschaafde Shostakovich, waar stille passages indrukwekkender zijn dan luide. Zo spelen de strijkers van het Hallé orkest de trage delen van beide symfonieën met veel overgave en veel empathie voor het lijden dat in deze muziek verwerkt zit. Natuurlijk spelen zij met een warme, afgeronde, typisch Engelse klank die zo comfortabel klinkt dat hij beter bij Elgar of Vaughan-Williams zou passen dan bij Russische muziek Dat is echter een klein detail waar niemand over valt. Het trage deel van de vijfde klinkt zo gemakkelijk en rustig dat het en laat-romantisch werk à la Mahler of Bruckner had kunnen zijn. Binnen dit klassieke palet kan het Hallé orkest genoeg kleur maken om beide opnames interessant te houden. Het vederlichte laatste deel van de tiende symfonie bewijst dit ruimschoots en laat ook horen dat het orkest stevige houtblazers in huis heeft. Elke Shostakovich symfonie bezit wel zeker één moment waarin het orkest zichzelf kan overtreffen wat klankvolume en muzikale aggresiviteit betreft. Het laatste deel van de vijfde en het tweede deel van de tiende zijn zulke momenten, maar knallen doet het hier niet echt. Skrowaczewskis knappe fraseringen en kleine tempowijzigingen verlenen de snelle delen toch voldoende gestalte, zonder daarvoor overdreven bombastisch te worden. Zo wordt ook het lange en uiterst donkere eerste deel van de tiende symfonie interessant gehouden. Als er dan toch minpuntjes aan deze opname zitten, dan is het dat de trombones soms wat te scheurend klinken om echt mooi te zijn. Niet dat het orkest niet wat extra buikgevoel mag hebben, maar het wordt soms iets te scherp.

De interpretatie die dirigent Skrowaczewski aanhangt, is er een van mildheid en klassieke, negentiende eeuwse klankkleuren. Maar dat hoeft geen nadeel te zijn, zeker niet in de handen van een goed orkest als het Hallé. Wie een exploderende, donderende Shostakovich zoekt komt hier niet echt aan zijn trekken, maar wie op zoek is naar muziek die met zorg gebracht wordt, kan hier zoals steeds weer terecht.

Meer over Dmitri Shostakovich


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.