Het barokorkest Tempesta di Mari, dat zijn thuisbasis in Philadelphia heeft, werkt al sinds enkele jaren aan een opnamereeks met muziek van Johann Friedrich Fasch (1688-1758), een tijdgenoot van Johann Sebastian Bach die kapelmeester was van het kleine stadje Zerbst in Sachsen-Anhalt. Waar vandaag de dag Bach aanzien wordt als de absolute grootmeester van de barok, was dat in de vroege achttiende eeuw enigszins anders: Fasch’ reputatie was groter dan die van zijn collega uit Leipzig en hoewel Fasch in een relatief onooglijk stadje werkzaam was, verspreidde zijn muziek zich snel genoeg doorheen Europa. Bach kende zijn wat jongere collega en transcribeerde met enthousiasme een aantal van zijn werken.

Een aanzienlijk deel van Fasch’ oeuvre werd vernietigd tijdens de tweede wereldoorlog, gedurende het bombardement op Dresden. Wat er overbleef – en dat is gelukkig niet zo weinig – bevindt zich grotendeels in privécollecties. Zo komen de vier werken die hier ingespeeld werden uit de verzameling van Johann Georg Pisendel (1687-1755), de leider van de hofkapelle in Dresden.

Omdat Fasch in dienst was bij een wereldlijke heerser en niet, zoals Bach, bij kerkelijke autoriteiten, omvat zijn oeuvre grotendeels instrumentale muziek in de vorm van ouvertures, serenades, concerto’s en sonates. Vier van zulke werken nam Tempesta di Mari op: een concerto grosso voor viool, drie hobo’s, twee hoorns, strijkers en continuo, een ouverture in a mineur, een korte ‘sinfonia’ in g mineur en een concerto grosso voor twee fluiten, twee hobo’s, (solo)fagot en strijkers. Het is een keuze van werken die een gevarieerd overzicht biedt van wat Fasch’ aan instrumentale muziek te bieden heeft.

Dit is een selectie die Tempesta di Mare ook met hoorbaar genoegen brengt. Het is alleen jammer dat de hoorns in het eerste concerto niet echt in balans klinken: ze zijn niet alleen net iets te luid maar weerklinken ook met meer galm dan de strijkers of hobo’s, alsof ze in een aparte akkoestiek opgenomen werden. Bovendien komen hun partijen, hoe technisch capabel ze ook uitgevoerd worden, niet zo muzikaal over en klinken ze niet zelden behoorlijk grof – zelfs op een ruwere barokhoorn is het perfect mogelijk om deze muziek met dezelfde elegantie als de houtblazers en strijkers te presenteren.

De ouverture is in wezen een verkapte Franse suite, met een echte ‘ouverture’ als openingsdeel, gevolgd door een reeks aria’s en dansen. In deze suite, net zoals in het andere concerto grosso, doen de blazers het een stuk beter. Daarvoor hoeft men maar naar het fijne samenspel tussen fluiten en hobo’s te luisteren in de eerste ‘Air’. De verschillende dansen worden overigens met veel karakter gespeeld: een bourrée met een karakteristiek energieke opmaat, een hornpipe die lekker robuust klinkt en een menuet dat met een kalme elegantie uitgevoerd wordt.

De ‘Sinfonia’ in g mineur lijkt dan weer op een vroege sturm-und-drang compositie maar het drama van de muziek en haar mineurtoonaard worden niet echt uitgespeeld. Tempesta di Mare kiest voor een aanpak die transparantie voorop zet, zoals in het korte fugatische derde deel. Fasch als link met het classicisme: het is geen vergezocht idee als men ziet hoe nauw deze ‘sinfonia’ aansluit met Haydns vroege symfonieën.

De combinatie van verschillende genres en verschillende instrumentale combinaties zorgt voor een boeiend cd’tje met – en dat is een bijkomend voordeel – daarop enkel werken die nog nooit eerder op cd gezet zijn. Fasch’ muziek krijgt een zorgzame uitvoering mee, die over het algemeen stijlvol en energiek klinkt en zo deze fijne composities in ere herstelt.

Meer over Johann Friedrich Fasch


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.