Scandinavië zit niet verlegen om een paar metalmuzikanten, en buiten hun eigen bands kunnen er velen de verleiding niet weerstaan om iets nieuws uit de grond te stampen. Zo ook Fullforce, wat door sommigen als een supergroep wordt aanzien doordat de meeste leden uit bands komen die hun sporen al verdiend hebben (onder meer Hammerfall en Narnia). Wie trouwens de herkomst van de muzikanten ziet, zal nauwelijks verbaasd zijn dat het hier gaat om die typisch Duits klinkende heavy metal, compleet met zwierige solo's en hoge zang.
Alsof het genre nog niet vol genoeg zat met bands die melodieus gitaarwerk, snelle drumroffels en toetsenpartijen combineren, duikt er weer eentje op. Alle ervaring en potentie ten spijt, is dat helaas ook hoorbaar aan dit album: er zit geen greintje, geen spatje, zelfs geen bal opmerkelijks in het gehele project. Dat neemt niet weg dat het album weer erg verzorgd is. De productie klinkt top, het spel van de respectievelijke muzikanten staat buiten elke verdenking en alles oogt bijzonder mooi. Enkel, er zit geen ziel in en de muziek is zo doordeweeks en onopvallend dat de vraag rest waarom de heren in 's hemelsnaam op het idee kwamen om muziek te maken die zo verdraaid weinig afwijkt van wat ze bij hun hoofdbands doen (en daar veel beter doen, overigens).
De pompeuze lyriek en dito tempi komen overduidelijk van Hammerfall, de neoklassieke gitaarriedels zijn een product van Narnia, en de rest is gewoon een culminatie van alles wat stereotiep en cliché is aan heavy metal met leren broeken. Op zich niets mis mee, aangezien er wel bands zijn die binnen dat beperkte stramien puike platen weten af te leveren, maar hier lijkt het zo enorm hard op een routineklus dat het niet meer leuk is. Het is net alsof alle aanstekelijke ideeën overboord werden gegooid en het resultaat is een hoop eenheidsworst waar zelfs een straathond de neus voor ophaalt. Enkel wie enorm hard kickt op alles wat enigszins verwijst naar de broodheren van deze jongens, zal bij horen van dit plaatje verrukt zijn. Al de rest zal het geen moer kunnen schelen.
