Als componist had Händel een nauwere band met de gegoede standen dan de meeste van zijn collega's en tijdgenoten. Händel was namelijk in 1710 benoemd tot kapelmeester van George I van Hannover en toen die koning van Engeland werd, ging Händel gewoon mee. De band tussen Händel en de Engelse monarchie resulteerde in een hele reeks officiële en semi-officiële composities waarvan de 'Watermusic' (gecomponeerd als achtergrond bij een boottocht op de Thames) en de 'Music for the Royal Fireworks' (gecomponeerd om de vrede van Aken te vieren die een eind maakte aan de oorlog van de Oostenrijkse successie) de bekendste zijn. Ook de 'Ode for the Birthday of Queen Anne' markeerde het eind van een oorlog, in dit geval de vrede van Utrecht die een eind maakte aan de Spaanse successieoorlog en er onder meer voor zorgde dat Frankrijk Anne als legitieme koningin van Engeland erkende.
Zes jaar voordien, in 1707 componeerde Händel zijn 'Dixit Dominus'. De Engelse nobele gereserveerdheid is hier nog ver te zoeken en in de plaats hoort men een zwierige Italiaanse Händel die zijn ervaring in het componeren van Italiaanstalige opera's en oratoria condenseerde in dit religieuze werk op tekst van Psalm 109.
Deze opname wordt gedragen door de verbluffend mooie stem van countertenor Andreas Scholl, die zichzelf overtroeft in deze 'Ode for the Birthday of Queen Anne'. Met een techniek die feilloos en moeiteloos overkomt en een hoogte die nooit zwaar maar altijd melodieus blijft klinken lijken de vele soloaria's in de 'Ode' perfect voor hem geschreven te zijn. De rest van de cast hoeft overigens niet onder te doen: sopraan Hélène Guilmette mengt heerlijk met Andreas Scholl in de 'Ode' en zingt zelf met een stem die soepel aandoet en verstaanbaar overkomt. Sophie Klussmann, de andere sopraan van dienst, komt daarentegen wat minder goed over, dankzij een opgewonden vibrato op haar stem die niet echt strookt met het strakke barokideaal dat de rest van de cast aanhoudt.
Scholl wordt bijgestaan door een Akademie für Alte Musik in topvorm, daar is de zachte trompetsolo die met hem in dialoog gaat in het openingsdeel al meteen het levende bewijs van. Het gebruik van luit op vele plekken in de 'Ode for the Birthday of Queen Anne' in de plaats van klavecimbel of orgel als basso continuo roept de geest van Engelse consort liederen op. Marcus Creed verstaat de kunst om Händels Engelse muziek grandioos maar niet troebel te laten klinken. Dit was muziek voor vorsten, zeker, maar ook muziek die op vele plaatsen zijn grandeur beter in intieme kring laat horen, in tegenstelling tot massa-oratoria als de 'Messiah'. De sopraansectie van het Vocalconsort Berlin beschikt over zuivere sopranen die zelfs in de luidste passages verstaanbaar en afgerond overkomen. Het koor zorgt overigens voor een lezing van deze muziek die met beide voeten op de grond staat en vol kracht en energie steekt. Luister maar eens naar het 'Iudicabit in Nationbus', dat met zijn opvallend scherpe accenten in koor en orkest haast expressionistisch aandoet.
Jeugdige energie (Händel was 22 toen hij het schreef) en haast overdreven contrasten kenmerken het 'Dixit Dominus', dat daardoor een van de meest boeiende uitvoeringen die beschikbaar zijn meekrijgt. En een uitstekende groep solisten en orkestleden maakt van de 'Ode for the Birthday of Queen Anne' een van de mooiere cd's die Harmonia Mundi in 2009 uitgaf.
Meer over George Frideric Handel
Verder bij Kwadratuur
Interessante links