Twee van Puccini's allicht meest bekende opera's zijn hier op één plaat verenigd in de vorm van een highlights-collectie. Maar wat deze cd net iets beter maakt dan de gemiddelde 'best of', is de aanwezigheid van minder gekende passages van beide opera's. Deze werden eveneens opgenomen opdat de grote verhaallijnen min of meer intact zouden blijven. Hierdoor is het geen opeenvolging van solostukken maar een logische afwisseling tussen duetten, scènes zonder concrete aria en de aria's zelf.

De muziek van Puccini is steeds herkenbaar omwille van de brede melodieën en de doorzichtige maar stevige orkestratie. Vaak is de zangpartij verdubbeld in de hogere registers van de violen en krijgen de celli een mooie tegenzang te spelen. Blazers hebben meestal kleinere interventies die aan de kleur bijdragen, maar de hele orkestratie is gebaseerd op de strijkers. In meer dramatische passages schakelt Puccini lage koperblazers in (meestal hoorns en trombones) en in meer rustige delen de harp. Niet elk orkest kan zo'n Puccini-klank ten volle brengen. Hiervoor is een homogene klank nodig, waar elke muzikant flexibel met de zang meegaat en zowel krachtig als verfijnd kan spelen. Het Royal Philharmonic Orchestra is er een van wereldklasse en bewijst dit op deze cd nog maar eens. Zowel een volle, rijke klank als een fijnere, ijle sfeer behoort tot hun subtiele nuancepalet dat ze zonder enige moeite benutten.
'La Bohème' en 'Madame Butterfly' hebben qua rolbezetting dezelfde structuur. Tenor en sopraan staan centraal waarbij nog een bariton een belangrijke rol heeft in de entourage van de tenor. Op deze plaat zijn het dezelfde drie solisten: sopraan Claire Rutter voor Mimi en Butterfly, tenor Charles Clarke voor Rodolfo en Pinkerton en bariton Stephen Gadd voor Marcello en Sharpless. Vooral deze laatste is erg indrukwekkend in alle opzichten. Muzikaliteit, stemkleur, zangtechniek: alles heeft hij onder controle. Zijn stem klinkt zuiver, rijk en straalt met een fijn vibrato. Clarkes hoogte is fenomenaal briljant en de belcanto-stijl houdt hij erg zuiver (zonder overdreven legato of portamento). De laagte klinkt ietwat ruiger, maar stoort niet. Claire Rutter heeft dan weer een rondere, zachte stem en klinkt iets minder breed dan tenor Charles Clarke. Bij alledrie is de articulatie onberispelijk en is de tekst zelf zonder libretto uitstekend verstaanbaar.

Het blijft ergens spijtig dat dit geen integrale versies zijn: van dergelijke kwaliteit van zowel orkest als solisten wil je wel meer... Maar voor elke Puccini-fan of voor wie deze componist op een aangename manier wil ontdekken is het zeker een leuke plaat.

Meer over Giacomo Puccini


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.