Mahlers hele symfonische oeuvre is een zoektocht naar de creatie van een gesamtkunstwerk, een kunstwerk waarin de klassieke tradities van symfonie, cantate, lied en opera verenigd werden. In zijn achtste symfonie, uit 1906, benaderde hij dit gesamtkunstwerk het dichtst. Het monumentale werk werd bij zijn eerste uitvoering, in 1910, 'symfonie der duizend' gedoopt, vanwege de gigantische bezetting die voor zulk een symfonie nodig was: acht vocale solisten, twee of drie koren, een knapenkoor en een orkest van ongeveer honderdvijftig man. Het is een doorgecomponeerd werk, dat is twee grote delen uiteen valt: het eerste is een muzikale zetting van de negende-eeuwse hymne 'Veni creator spiritus' en is magistraal van karakter, als het slotkoor uit een oratorium. Het langere tweede deel doet, met zijn uitgebreide orkestrale zetting en levendige personages sterker aan opera denken dat welke andere compositie van Mahler ook. Het is gebaseerd op de tekst van de laatste akte van Goethes 'Faust'. Op die manier creëert Mahler, muzikaal en inhoudelijk, een juxtapositie van het hemelse en het aardse, van het verhevene en het menselijke.

De interpretatie van dirigent Wit is niet bijzonder revolutionair te noemen. De tempi zijn klassiek, al wordt het eerste deel een beetje aan de trage kant genomen. De lange, orkestrale inleiding van het tweede deel, met zijn twijfelende, duistere sfeer is dan weer om duimen en vingers van af te likken. Het Nationaal Filharmonisch Orkest van Warschau bezit zowel sterke als zwakke punten. De strijkers zijn uitstekend, met een warme, zachte klank die nooit nerveus klinkt, zelfs niet in hoge of luide passages. De hoorns zijn ook in orde, maar dat kan niet gezegd worden van de andere koperblazers. De trombones komen iets te sterk en vooral te ruig door, en blazen zo het openingsdeel wat overhoop. De trompetten klinken soms wat te schel en ook de houtblazers zijn niet altijd even accuraat. Zo willen de klarinetten wel eens wat scherp klinken op hoge melodielijnen.

De solisten zijn niet allemaal van hetzelfde kaliber: tegenover Barbara Kubiak, die met een glasheldere, soepele en zuivere stem veel kleur aan de opname verleent, staan ook mindere zangers. Tenor Timothy Bentch of mezzo Ewa Marciniec, die met een erg wijde, Wagneriaanse vibrato zingen vallen minder mee. Bovendien 'schreeuwt' Bentch sommige hoge noten wat, iets wat heel gespannen overkomt. Bariton Wojciech Drabowich valt veel beter mee. Hij houdt zijn stem zuiver met een gecontroleerde vibrato en zo is het gemakkelijker en aangenamer om zijn lijnen te volgen. Bas Piotr Nowacki mist deze helderheid wat, vooral in het lage register, waardoor zijn zang soms wat vaag begint te klinken, maar over het algemeen komt ook hij overtuigend over.

De koren vallen een beetje tegen. Zachte stukken in het tweede gedeelte van de symfonie zingen zij heel sfeervol, maar in luide passages forceren zij soms en komen zij ook wat wollig en onduidelijk over. Hierdoor gaat veel van het magistrale in het eerste gedeelte van de symfonie verloren. Het kinderkoor heeft dan weer net teveel last van intonatieproblemen, en verliest daardoor zijn eigen, charmante klankkleur.

Ook een beetje jammer dat dit een typische Naxos uitgave is: de uitgebreide liedtekst, die onontbeerlijk is als je wil weten wie wat precies zingt, wordt niet bij de cd gevoegd. Hij kan wel gedownloaded worden van de site van het label – tja, een verzorgd cd-boekje oogt toch wel mooier...

Dit is geen echt slechte cd: het orkest slaagt erin om een mooie uitvoering van dit werk te maken. Betere koorzangers, vooral in het kinderkoor, en een betere balans in het eerste deel hadden echter een wat middelmatige opname gemakkelijk kunnen optillen naar een hoger niveau...

Meer over Gustav Mahler


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.