De klassieke manier om naar een muziekinstrument te kijken is om het te beschouwen als een apparaat waarmee men tonen kan produceren. Tegenwoordig hoeven het al geen tonen meer te zijn, gewoon geluid is voldoende. Helmut Lachenmann gaat nog een stapje verder. Hij ziet in een strijkkwartet geen (of niet alleen) instrumenten die noten, gepiep en gegrom kunnen voortbrengen, hij ziet instrumenten die ruw of zacht aangestreken kunnen worden, op de snaren of op de kast, waarin geblazen kan worden en nog veel meer. Hij gaat dus uit van de handeling in plaats van te vertrekken van het geluid dat daardoor geproduceerd wordt.

Dat leidt onvermijdelijk tot het gebruik van een karrenvracht aan onconventionele speeltechnieken. Vooral in 'Torso' uit 1972 trekt Lachenmann dat blik vol overtuiging open. Snaren piepen en krassen, bogen kraken en scheuren en dansen op de snaren. Frenetiek gefrunnik wordt verrassend onderbroken door doodgewone noten en een iel jankend geluid nestelt zich in het zacht geruis van strijkstokken op de klankkast. De betovering is compleet. 'Reigen seliger Geister' concentreert zich op de zachte, fluitende geluiden van het spelen met heel weinig druk op de strijkstok. Licht getokkel, heftige tremolo's en agressief aanzwellende noten komen af en toe tussenbeide, maar de hoofdmoot bestaat uit ijle noten en glissando's die door elkaar krioelen. In vergelijking met z'n twee voorlopers, maakt 'Grido' verbazend veel gebruik van de snaren en zelfs compleet normale noten. Natuurlijk wordt er nog wel bijvoorbeeld in de klankkast geblazen, maar de snaren eisen de aandacht op met scherpe samenklanken en plotse crescendo's. Even lijkt het stil te vallen, niet meer dan een lichte fluittoon blijft over. Die krijgt echter weer gezelschap en al snel cirkelen verschillen ritmische figuren bijna apocalyptisch door elkaar. Door heel het kwartet gelijktijdig gespeelde tremolo's brengen een zekere orde, maar het apocalyptisch effect blijft. Wanneer de tremolo's plaats maken voor onheilspellend gekraak, is ook de orde eraan voor de moeite. Na een heel zachte, geheimzinnige passage, steekt de chaos weer de kop op, maar niet meer met dezelfde overtuiging. Uiteindelijk loopt ze uit in langgerekte, plechtstatige akkoorden. Een laatste, door merg en been klinkende schreeuw en het stuk ijlt zuchtend op z'n einde.

Het Arditti Quartet, aan wie ook de twee laatste werken zijn opgedragen, doet met deze opname zijn reputatie als topensemble voor hedendaagse muziek alle eer aan. Deze opname zit zo vol details dat er op elk moment spanning in de lucht hangt. Wie alternatief klinkende strijkers kan appreciëren, vindt hier zeker zijn gading.

Meer over Helmut Lachenmann


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.