Het debuutalbum van deze Luikenaars werd destijds zeer goed ontvangen door pers en publiek. 'Year Of The Tiger' was de voorbode van meer dan 200 concerten doorheen Europa en verzekerde de groep van een plaatsje op de affiches van Dour, Pukkelpop, AB, Haldern Pop, enzovoort. De groep nam geen rustpauze na de slepende tournee en behalve aan de zijprojecten van de verschillende groepsleden (zoals er zijn: My Little Cheap Dictaphone van gitarist Redboy, en Piano Club van zanger Anthony Sinatra, die eerder dit jaar nog een radiohit scoorde), werd er ook duchtig getimmerd aan een tweede album. Met 'Satellites' wilde de groep naar eigen zeggen een meer volwassen en beheerst album lanceren. Terwijl 'Year Of The Tiger' op slechts vier dagen werd opgenomen, kroop de band deze keer gedurende twaalf dagen de studio in.

Hoewel twaalf dagen zeker nog geen eeuwigheid is, klinkt dit album inderdaad een stuk professioneler dan zijn voorganger. De groep heeft moeite gedaan om een zo gebalanceerd mogelijk album te creëren. Heftigere rocknummers worden afgewisseld met meer duistere nummers, enkele muzikale tragedies en wat opzwepende popsongs. Het veelbelovende openingsnummer 'Andy' is een opzwepende krachtpatser met het rock-'n-roll-gehalte van Triggerfinger. De overstuurde gitaarakkoorden worden met enkele opzwepende gitaartokkelvondsten op een heerlijk sterke beat gezet. Na deze krachtige opener wordt het einde van de goednieuwsshow rond deze groep ingeluid:'Islands' begint met het punkrockcliché van een simpel, repetitief basakkoord en alle aandacht valt op de stem van Sinatra. Deze is echter weinig soeps en al snel wordt het geheel oninteressant. Ook het refrein kan de belofte van leuke melodische vondsten uit het openingsnummer niet inlossen. In de plaats daarvan heeft de melodie meer weg van een rockversie van een doorsnee Disneytune. Ook aan de rest van het album schort er telkens iets. 'Ben's Dead' ligt muzikaal terug op niveau, maar Sinatra's stem geeft het geheel een zagerige indruk. Pas met 'Walking Cash Machine' lijkt de groep terug op één lijn te zitten. Melodisch inhaleert dit nummer de stonerrockdampen van Queens Of The Stone Age, maar de percussie legt er een punkrockzweem overheen. Sinatra lijkt zich thuis te voelen in deze punkatmosfeer en zijn zang komt ook voor het eerst echt tot zijn recht. De rest van het album werd gereserveerd voor meer ingetogen, melancholische nummers. Met simpele popschema's slaagt de groep er nog wel in om enkele knappe melodieën af te leveren, maar toch zit er in ieder nummer een zware afknapper. De refreinen vloeken doorgaans met de melodieën van de strofes en Sinatra's pogingen om het geheel wat consistentie te geven, lijken een averechts effect te hebben.

De groep lijkt op dit album verdronken in de muzikale clichés die ze koortsachtig aan elkaar heeft proberen rijgen. Enkel de opzwepende rocknummers slagen erin hun hoofd boven water te houden en kunnen nog voor enkele interessante momenten zorgen. Met het laatste nummer van het album bereikt de groep eindelijk terug het niveau waar ze twaalf tracks eerder stonden. 'There's A God' wordt gedomineerd door zware, gonzende basnoten, basdrumgeweld en andere instrumentale losbarstingen. Als kers op de taart is Sinatra hier overgegaan van zingen op roepen.

Meer over Hollywood Porn Stars


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.