Een "revelatie", zo noemde De Standaard het optreden van het Vlaamse collectief Ishtar op Sfinks 2005. Ishtar ontstond in 2003 als geesteskind van contrabassist/pianist/arrangeur Michel Vangheluwe, en functioneert volgens een strak concept: samen met negen klassiek geschoolde collega-muzikanten brengt Vangheluwe een live-programma met "Europese liefdesliederen door de eeuwen heen". De omvangrijke line-up biedt inderdaad veel mogelijkheden om krachtig uit de hoek te komen: als drie vrouwenstemmen, drie strijkers (viool, altviool en cello), twee blazers (hobo en klarinet), een gitaar en een contrabas perfect op elkaar zijn ingespeeld, kunnen ze zeker voor een revelerende concertervaring zorgen. Het is dan ook zonde dat het voornaamste visitekaartje van de groep, de eind 2005 uitgebrachte cd 'TroubAmour', er absoluut niet in slaagt om de dynamiek van een levendig concert weer te geven. Wie passionele vertolkingen verwacht bij de tekstuele thema's die de negentien traditionele volkssongs op 'TroubAmour' aanboren, of wie zich vóór de beluistering laat leiden door de suggestief-sensuele scene die het coverschilderij toont, zal immers op zijn honger blijven. Drie vrouwelijke en twee mannelijke vocalisten bezingen op het album in niet minder dan negentien (!) tracks en in verschillende talen (o.a. de Middeleeuwse varianten van Nederlands en Frans, maar ook Servokroatisch, Grieks, Jiddisch, Roemeens, Bulgaars en zelfs Ests) de liefde in al haar facetten, waarbij zowel huwelijksliederen als klaag- en lofzangen de revue passeren. Jammer genoeg zijn de zangpartijen en arrangementen doorgaans zó gepolijst en stijfdeftig, dat Ishtar de indruk wekt slechts één bepaald soort liefde te verklanken: de hoofse.

Een goede illustratie van het overdreven formalisme dat 'TroubAmour' kenmerkt, is te horen op het Griekstalige folkliedje 'Anevika'. De track begint sober met akoestische gitaar, contrabas en zeemzoete vrouwenzang, maar al na een halve minuut creëert Ishtar een orchestrale sfeer door aan voorvermelde instrumenten ook ornamentele op- en neerkrullende motiefjes van cello, klarinet en viool toe te voegen. Nogmaals een halve minuut later wordt de dynamiek opgetrokken: de instrumentalisten schakelen over naar een uitbundige, klezmergetinte ambiance, maar dit maneuver houdt helaas slechts een twintigtal seconden stand. Het lied herneemt daarna opnieuw de thema's uit de eerste minuut, en eindigt rond 2'00" abrupt met een korte hei!-uitroep van enkele mannenstemmen: wellicht met de bedoeling om een zekere vorm van concert-levendigheid te suggereren, maar erg overtuigend klinkt het niet. Het lijkt een spontaneïteit die minutieus gepland is, en daardoor erg platonisch overkomt.

Over één zaak mag wel geen misverstand bestaan: op technisch vlak benaderen Ishtars muzikanten de perfectie. Feilloze instrumentbeheersing is vanzelfsprekend een conditio sine qua non binnen klassieke ensembles, maar zo'n perfectionisme is fataal als men een bepaalde "volkse" traditie wil evoceren – en dat laatste is toch wat Ishtar beweert te willen doen. Volksmuziek leeft net bij gratie van eenvoud en een zekere technische imperfectie: af en toe buiten de lijnen kleuren van wat vooraf vastligt, is in de folktraditie geen optie, maar een absolute noodzaak. Slechts één keer weet Ishtar de gevoelsdiepgang van folkmuziek te vatten, en dat is op het Bulgaarse 'Complainte'. Zoals de titel aangeeft, gaat het hier om een klaagzang – overigens: duistere emoties zijn in eender welk genre interessanter om te beluisteren dan uitbarstingen geluk en blijdschap. Een bourdonklank (mogelijk van een harmonium) zet vanaf het begin van het nummer een onheilspellende toon in, waarover een diepe, lichtje echoënde mannenstem zijn smart uitdrukt. De mysterieuze sfeer wordt in de daaropvolgende minuten geconsolideerd: eerst wentelt één vrouwenstem haar ijle klankkleur rond de Bulgaarstalige mannenzang, waarna een drone van een didgeridoo-achtige basso profundo de basis legt voor enkele maten met meerstemmige vrouwenzang. Het eindresultaat is hier uitstekend, en onwillekeurig roept het vrouwenkoor via een schemerspel tussen consonant en dissonant reminiscenties op aan de "ruwe" zangpartijen van Laïs.

Kortom, het had veel vaker "ruwer" gemogen op 'TroubAmour'. De liefde heeft méér kantjes dan alleen een zoetige – en de muzikanten van Ishtar zullen dat ongetwijfeld wel weten. Live en op een eventuele toekomstige cd krijgen ze nieuwe kansen om met die wetenschap ook iets te doen op muzikaal vlak.

Meer over Ishtar


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.