Cd's van Harmonia Mundi worden steevast goed verzorgd, en dat is weer het geval met deze laatste opname. De Akademie für Alte Musik Berlin nam vier concerti van Bach op, met authentieke instrumenten natuurlijk: barokhobo, darmsnaren en zo meer, maar elk concerto is een transcriptie van een bestaand werk. In twee gevallen was het Bach zelf die de solopartijen aan andere instrumenten aanpaste. In het geval van de overige concerti gaat het over hedendaagse reconstructies van verlorengegane werken. Dat wil zeggen: reconstructies van werken waarvan ons alleen een (latere) bewerking bekend is.

De Akademie für Alte Musik Berlin staat weer garant voor een uitvoering van het bovenste niveau. Zowel orkest als solisten zijn erg goed op elkaar ingespeeld. Bovendien wint het ensemble erg aan transparantie omdat de vrij grote strijkersgroep (7 violen en 3 altviolen) slechts ondersteund wordt door een enkele cello en contrabas. Deze doorzichtigheid is meer dan welkom want de opgenomen werken behoren tot Bachs meest complexe en polyfone composities. Dat is zeker het geval in het vioolconcerto, een moderne reconstructie, waar de soloviool eerder een van vele gelijke stemmen is dan een echte solistische partij. De Duits- Japanse Midori Seiler speelt vurig en met een zware toon, zoals die alleen op barokinstrumenten voortgebracht kan worden. Uit de muziek spreekt een geweldig ritmische en melodische kracht, en die komt schitterend tot uiting in bijvoorbeeld het laatste deel van het concerto voor hobo en viool. Het tempo ligt soms behoorlijk aan de hoge kant, maar elke virtuoze passage wordt feilloos voortgebracht. Het is alleen wat jammer dat zowel solisten als muzikanten weinig creatief met vibrato omgaan. Zoals dat de gewoonte is in barokmuziek, wordt die tot het uiterste beperkt, en daarin wordt erg koppig aan vastgehouden. Dit valt vooral op in het trage tweede deel van het concerto. Seilers lange, aangehouden noten klinken wat levenloos, en alleen als het net niet stoort, brengt zij, door middel van een voorzichtige vibrato, een klein beetje kleur aan. Maar verder natuurlijk niets dan goeds over de muzikanten. Vooral de klavecinisten verdienen aandacht, door de vlotte manier waarop zij fraseren, en versieringen aanbrengen en uitvoeren. Bij alle solisten valt trouwens ook op hoe goed zij mengen met de rest van het ensemble. Hoboiste Xenia Löffler domineert helemaal niet het dubbelconcerto voor hobo en viool; zij maakt evenwaardig deel uit van de orkestrale textuur, terwijl de twee blokfluiten in Bachs transcriptie van zijn vierde Brandenburgse concerto bescheiden op de achtergrond blijven. De grootste verrassing is Bachs concerto voor twee klavecimbels, een bewerking van het bekende dubbelconcerto voor twee violen. Wie gewend is dit werk te horen met twee erg prominente solopartijen, zal zich verbazen over de manier waarop Bach zijn twee klavecimbels wist te integreren in dit werk, zonder dat de muziek op welke manier ook zijn kracht verliest.

Dit is een schitterende cd, met vier concertos die, in deze vorm althans, weinig bekend zijn. Het is ook bovenal een getuigenis van Bachs liefde voor contrapunt. Daarom zijn de vier werken minder als solowerken en eerder als composities voor strijkers en obligaatinstrumenten opgevat. En zo een opname die inspirerend, virtuoos en muzikaal gespeeld wordt, is alles wat de luisteraar kan wensen.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.