Johann Stamitz is een van die componisten die velen kennen bij naam maar waarvan weinig muziek met enige regelmaat uitgevoerd wordt. Geen wonder dus dat Stamitz een van de eerste componisten was die de pas opgerichte Academy of Ancient Music selecteerde voor opnames, in de vroege jaren '70. De authentieke uitvoeringspraktijk, waarbij renaissance, barokke en klassieke muziek op (replica's van) historische instrumenten werd gespeeld, met veel aandacht voor frasering en transparantie, was toen nog maar pas op gang gekomen. Deze opnames dateren uit 1974 en presenteren een gevarieerde beeld van Stamitz' oeuvre, met een vroege symfonie voor strijkers, twee late symfonieën en een klarinetconcerto.
Stamitz' rol in de ontwikkeling van de symfonie is onlosmakelijk verbonden aan zijn positie als kapelmeester in Mannheim, dat halverwege de achttiende eeuw kon beschikken over het beste orkest van Europa. Vandaar dat ook zijn de twee 'grote', vierdelige symfonieën op deze plaat aardig wat passages voor blazers - hobo's en hoorns - bevatten. Dat is duidelijk in de 'pastorale' symfonie in D, op.4 no.2 waar de finale door jachtmotieven vorm wordt gegeven.
De Academy of Ancient Music zorgt voor een levendige, frisse uitvoering die elegant en verfijnd klinkt. Het bijtende, wat ruwe aspect van de authentieke uitvoeringspraktijk, dat orkesten als het 'Freibürger Barockorchester' of het 'Concerto Köln' tegenwoordig in hun uitvoeringen brengen en dat het klassieke repertoire erg opwindend doet klinken, is hier nog niet aanwezig. Koperblazers zijn present maar houden zich nog bescheiden op de achtergrond. Zelfs de finales klinken eerder galant dan zelfs maar virtuoos, met vlotte maar nooit echt snelle tempi.
Grootste teleurstelling op de plaat is echter solist Alan Hacker. Zelfs als we bedenken dat de vroege klarinet uit Stamitz' tijd, waarop hij speelt, nog niet het instrument was dat het vandaag de dag is en als we beseffen dat ook de 'oude muziek' praktijk in 1974 ook nog niet zo geraffineerd was, dan valt zijn ongeïnspireerde, ronduit lelijke klank in het klarinetconcerto erg pijnlijk op. Noten worden volledig vlak, zonder vibrato of zonder veel dynamische verschillen gespeeld. Hacker lijkt zelfs niet eens de moeite te nemen om lange noten naar het eind toe wat af te ronden. Zijn laagte klinkt wat dof terwijl de hoogte gewoonweg schel overkomt. Erg jammer, want een latere generatie klassieke klarinettisten met mensen als Lorenzo Copolla of Eric Hoeprich toont dat de achttiende-eeuwse klarinet net een benijdenswaardige, zachte klank kan voortbrengen die deze muziek totaal anders en veel intiemer kan doen klinken.
De drie symfonieën op deze plaat zijn bewonderenswaardige uitvoeringen, een getuigenis van de charme die ook dertig jaar geleden al van de oude muziek kon uitgaan. Doodjammer daarom dat de solist in het klarinetconcerto niet wat muzikaler speelt, want dat haalt het niveau van de hele cd onverbiddelijk naar beneden...
Meer over Johann Stamitz
Verder bij Kwadratuur
Interessante links