De twee trios voor piano, viool en cello van Johannes Brahms liggen 34 jaar uit elkaar. Het eerste, opus 8 is nog bijna een jeugdwerk, een van Brahms' eerste grote composities en geschreven vol ambitie. De polyfonie verwijst naar Brahms' uitvoerige studie van Bachs muziek, het turbulente karakter naar de muziek van Robert Schumann, in wiens huis wie Brahms in die tijd te gast was en de grootse opzet naar de klassieke voorbeelden in het genre van Beethoven en Schubert. Het tweede trio op.87 toont een Brahms die als componist op het hoogtepunt van zijn kunnen staat en het is een compositietechnisch meesterwerk dat gelijktijdig met Brahms' tweede viool- en tweede cellosonate geschreven werd.

Het Nederlandse Storioni Trio neemt na opnames rond Beethoven en Schubert de logische stap naar Brahms' twee klaviertrios. Dit is een klassieke maar krachtige uitvoering van Brahms' muziek, een uitvoering die grootse gebaren en romantiek op de voorgrond zet. Men kan luisteren naar de zware, slaande eindakkoorden van sommige delen om te beseffen dat deze trios met veel engagement uitgevoerd worden.

Bewogenheid overheerst in vele afzonderlijke delen: het 'Allegro con Brio' uit het trio op.8 wordt hier gekenmerkt door bruuske gemoedswisselingen en krachtige lyriek. Zulke snelle gemoedswisselingen keren over de uitvoering van beide trios regelmatig terug. De middensectie van het tweede deel kan op enkele maten tijd van een intiem stukje kamermuziek in een schreeuw van smart veranderen.

Het tweede trio toont een meer bescheiden, introverte kant van Brahms' muziek. Het bevat geen werkelijk traag deel, enkel een 'Andante con moto' maar de drie muzikanten geven elke melodie haar volle waarde, spelen zangerig maar met wat minder pathos als in het eerste trio. Het ruwe van dit eerste trio moet ook in zowel scherzo als finale wat wijken voor een even enthousiaste maar zonniger uitvoering die, vooral in de finale, blaakt van gezondheid en speelplezier.

Het romantische karakter van de uitvoering is het best merkbaar in het vioolspel van Wouter Vossen, met zijn rijkelijke en snelle vibrato en onverholen lyriek. Dit maakt de uitvoering van beide trios oerklassiek waarbij de nadruk vaker op het grillige van Brahms' muziek ligt en minder op zijn klassieke, transparante vormstructuur.

Cellist Marc Vossen valt erg in de smaak omdat hij met enkele noten en weinig meer meteen muziek kan maken. Zijn zuivere cellospel laat nergens technische moeilijkheden vermoeden. Op de vele passages tussen viool en cello die in octaven of unisono liggen (vooral in het eerste trio) hoort men echter wat veel viool, terwijl de cello soms niet meer dan een kleur is dit eronder ligt. Andersom, meer cello en wat minder viool, had waarschijnlijk wat meer diepgang aan deze muziek kunnen geven.

De pianopartij wordt op snelle delen passend actief gehouden en dat geeft delen als het scherzo en de finale uit het eerste trio een opgewonden karakter. Bart van de Roer treedt op de voorgrond met een tamelijk virtuoze pianopartij waar het moet maar kan zich even goed discreet houden en de aandacht naar viool en cello laten gaan.

Deze uitvoering van de twee pianotrios van Johannes Brahms ligt volledig in dezelfde lijn als eerdere opnames van het Storioni Trio. Deze Brahms klinkt traditioneel, vaak zelfs sterk romantisch maar heel degelijk.

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.