Iedereen kent het fenomeen: de menselijke intuïtie. Tegenstanders van klassieke muziek verwijten het genre wel eens dat er te weinig directe inspiratie in doorschemert: complexe gedachteprocessen, geconstrueerde vormen en gekunstelde harmonieën maken het voor een bepaald publiek onmogelijk om in de "echtheid" van deze muziek te geloven. Diegenen die kritisch tegenover de hedendaagse "modern klassiek" staan, beweren dan weer dat de intuïtie in de 20e eeuw nog veel meer werd afgezworen dan voorheen. Het natuurlijke gevoel van harmonie dat men in alle muzikale systemen (zelfs de Indische of Chinese, wanneer men haar patronen vertaalt naar een Westers kader) krijgt bij het spelen van bijvoorbeeld een reine drieklank, of de Aha-Erlebnis van een melodisch motief dat terugkeert, werd radicaal opzij geschoven om muziek te maken die veel meer beredeneerd was en op een ander plan moest ontroeren. Een groot deel van het op zich al geringe publiek is toen de weg kwijt geraakt, en kan zich zelfs met de grootst mogelijke inspanningen niet inbeelden hoe deze muziek als "mooi" kan worden ervaren. De kwestie behoeft hier echter geen uitdieping, want de jonge musici die samen het Quatuor Modigliani vormen, nemen helemaal geen hedendaagse muziek onder handen. Op het programma staat immers muziek van Mozart, Schubert en de wat minder gekende Arriaga: stuk voor stuk figuren uit de 18e en 19e eeuw, toen de muzikale beleving nog volgens de meer geijkte en vandaag geapprecieerde paden verliep.

Waarom heet deze cd precies 'Intuition'? Bestaat er iets als muziek die voortkomt uit de intuïtie, versus andere partituren van deze componisten waarbij het instinct volledig terzijde werd geplaatst? In een dergelijke grove indeling moet men absoluut niet geloven. Wel is het zo dat een jong componist met minder bagage meer beroep moet doen op zijn innerlijke stemmen om een partituur geschreven te krijgen. Vergelijk het bijvoorbeeld met een schaakpartij: wie minder "oplossingen" kent van probleemstellingen die zich vaak voordoen, zal deze vanuit zijn of haar inborst omspelen. Precies dat is wat de jonge vlegels Mozart, Schubert en Arriaga ook ooit hebben gedaan, bijvoorbeeld op de leeftijd van 17. Wat ze voor strijkkwartet hebben geschreven op die leeftijd, bundelt het Quatuor Modigliani hier op een schijfje. Moedig, want het is algemeen bekend dat het grote repertoire de kassa luider en vaker doet rinkelen dan wat obscure werken – zelfs van gekende componisten. Tegelijk ontbeert deze opname teveel een lichtend hoogtepunt: hoewel Arriaga en Schubert nooit oud geworden zijn, kan toch aangenomen worden dat ze veel interessanter werk hebben geschreven dan dit.

Uiteraard is Mozart altijd goed voor een sympathieke melodie hier of een ingenieuze vondst daar. Zijn jeugdwerken laten al doorschemeren hoe gemakkelijk het genie zich kon wentelen in door traditie gebeitelde vormen, maar zijn KV159 – goed voor nog geen kwartier muziek – is nu eenmaal geen werk waar men keer op keer nieuwe zaken in kan ontdekken. Hetzelfde geldt voor Schuberts vierde kwartet D.46: enigszins ongeïnspireerd bij momenten, en zeker niet evenwaardig aan de latere 'Rosamunde' of 'Der Tod und das Mädchen'-kwartetten. De grootste openbaring van deze opname is dan ook Juan Crisóstomo de Arriaga, in eigen land "de Spaanse Mozart" genoemd, tot zijn vroegtijdige overlijden, vlak voor zijn twintigste verjaardag. Er klinkt inderdaad een grote beheersing van het strijkkwartet-genre in zijn derde kwartet door, maar zijn wat grootschaliger werken geven een beter zicht op datgene waartoe de figuur in staat zou zijn geweest. Het Quatuor Modigliani speelt deze drie stukken met groot enthousiasme en totaal ongekunsteld (dus intuïtief?) in, maar de musici houden ook veel binnenskamers. Dit is nu eenmaal muziek waarin een deel van het spectrum zich geen weg kan banen naar buiten toe. 'Intuition' is een opname die men moet nemen voor wat ze is: een gemoedelijk tussendoortje, zonder meer.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.