De in 1946 opgerichte Leyland Band werkte zich eind jaren ’80 op tot een heuse subtopper in de brassbandwereld en weet deze status goed vol te houden. Voorlopig hoogtepunt blijft de overwinning in de Britse brassbandkampioenschappen in 2005. De band draait op het diy-enthousiasme van de leden, getuige de cd ‘By Arrangement’ waarop klassiekers door eigen muzikanten waren gearrangeerd. Met ‘Penlee’ gaat Leyland een heel andere toer op. Het laatste wapenfeit van de samenwerking met hun Australische dirigent Jason Katsikaris, die intussen terugkeerde down under, is een collectie hypermoderne brassbandwerken van Simon Dobson en Kenneth Hesketh.

Dobson is in de brassbandwereld intussen allang niet meer alleen berucht om zijn dreadlocks maar hij heeft intussen ook een vaste plaats verworven in het rijtje van de betere moderne hedendaagse componisten. 2002 brak hij door toen hij de compositiewedstrijd op de nota bene dat jaar in Brussel gehouden Europese Brassbandkampioenschappen won. Twee jaar later was hij betrokken bij de oprichting van Zone One Brass, intussen de beste brassband van de Britse hoofdstad. Graag doorbreekt hij de grenzen van het genre en zoekt hij zijn inspiratie elders. Voor ‘The Drop: Remixed’ vindt hij inspiratie bij enkele bevriende drum&bass-dj’s. Toch wilde hij geen drum&bass-werk componeren voor brassband. De verwijzingen blijven subtiel en dienen eerder als hommage aan dit genre. Het opent met een aanzetten van een draaitafel en het warpen van de solotrombone (d.i. het mixen van muziek met heel verschillend ritme en bpm) en onderweg speelt Dobson ook met het uitfaden, pulseren of pitchen van een stijl naar een volgende. Dat valt enorm op aan het einde wanneer een pure rockdrum zich vermengt.

De man met de dreadlocks levert de drie langste werken aan op deze cd: naast laatstgenoemd werk behoren daar ook ‘Lyonesse’ en de titeltrack toe. ‘Lyonesse’ gaat over de mythe van het gezonken eiland helemaal in het zuidwesten in het verlengde van de Scilly eilanden. Meer dan een millennium geleden heerste daar Tristan, rond wie heel wat andere verhalen draaien, inclusief Wagners ‘Tristan en Isolde’. De atmosfeer is vredig, mysterieus tot dreigend en donker, wanneer de klokken van de gezonken kerk weerklinken. Ook het titelnummer speelt zich af in Cornwall, de geboortestreek van de componist. ‘Penlee’ bezingt het tragische ongeval van de bemanning van de Penlee reddingsboot Solomon Browne in 1981. De Leyland Band brengt een bijzonder geslaagde interpretatie van dit werk, waarin de gebeurtenissen van de fatale nacht zich afspelen: van rustig onbezorgd en vrolijk tot het moment dat het ongeval zich voltrekt op de wilde wateren en de doodse stilte die erop volgt. Het werk sluit af met een klaagzang die eventjes verwijst naar de brassbandklassieker ‘Resurgam’ (Eric Ball), die aangeeft dat de dood niet het einde betekent. Die boodschap wordt nog versterkt doordat hierna, na de negen in het boekje en op de achterzijde vermelde tracks, de luisteraar nog wordt getrakteerd op een mystery track, het bekende ingetogen ‘O Magnum Mysterium’.

Het in vergelijking met de voorgaande werken erg korte ‘Dreaded Groove And Hook’ past dan weer in het hokje van acid jazz-iconen als Jamiroquai en Youngblood Brass Band, met wat fusion erbij, al zou het Brussels Jazz Orchestra er ook raad mee weten. Nog korter is de opener ‘Clarion Alarum’. De vlag dekt hier de lading perfect, want vertaald is dit een schitterende fanfare, waarbij het scherpe koper (cornetten en trombones) voor dynamiek zorgt waarna de warmere en zachte tonen van bugel, alto’s en euphoniums mee aanschuiven.

De intussen 42-jarige Kenneth Hesketh is een stuk ouder dan Dobson maar ook hij is al langer bekend als iemand die nieuwe stijlen graag in klassieke en brassbandmuziek incorporeert. Zijn transcriptie van Aphex Twins ‘Polygon Window’ was een onderdeel van de naar verluidt bijzonder geslaagde samenwerking tussen het London Sinfonietta and WARP Records, die naast een tournee ook tot een cd leidde. Zijn ‘Festive Overture’ begint kleurrijk en feestelijk. Het middendeel is heel wat rustiger, maar in tegenstelling tot veel gelijkaardige werken leidt dit niet tot melancholie. Iets extremer qua stijl zijn het opwindende ‘Infernal Ride’, dat soms naar thematisch verwante voorlopers knipoogt, en ‘Elegy’, een traag werk dat met een onheilspellende bassectie begint. De moeilijkheidsgraad ligt hier niet in de technische bravoure van ‘Infernal Ride’, maar in het beproeven van het uithoudingsvermogen van de muzikanten door het gedragen, breed klinkende spel.

‘Penlee’ is geen evidente cd en geeft menigeen een schop onder de kont. Behoudsgezinde fans van blaasmuziek zullen dagen, weken of nog langer nodig hebben om deze cd vol vernieuwing verteerd te krijgen. Ook de tegenpolen krijgen ervan langs: moderne, hedendaagse muziek is verre van het monopolie van drum & bass, techno, acid en anderen. Eens dit aanvaard is, kan met het echte luisteren worden begonnen en beetje bij beetje ontbolstert hier een prachtplaat.

Meer over Leyland Band


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.