Veelreleasers zijn het niet, de heren van Lo Còr de la Plana. Na hun debuut ‘Es lo Titre’ uit 2003 en ‘Tant Deman’ uit 2009 is ‘Marcha !’ pas de derde cd van het vocale collectief onder leiding van Manu Théron. Afkomstig uit Marseille zweren ze bij het Provençau (een Occitaans dialect) en staan ze in hun teksten kritisch tegenover wat uit Parijs opgelegd wordt. Op ‘Marcha !’ moeten echter ook de locale politici of het Franse migratiebeleid er aan geloven en kijken ze met een schalkse ironie naar de verschillende wijken van hun eigen stad.

Het ligt echter niet in de aard van de muzikanten om hun gal te spuwen op een muzikaal eenduidige, drammerige manier. Dat de vijf huidige leden er al op ‘Es lo Titre’ bij waren, heeft de groep immers in staat gesteld een unieke vorm van samenzang te ontwikkelen. Die is noodzakelijk om aan de astronomische samenzangeisen van de ingenieuze arrangementen te voldoen. Dit alles gekoppeld aan de volkse inslag van de muziek, maakt van ‘Marcha !’ opnieuw een album voor het dorpsplein en de concertzaal.

Naar goede gewoonte ligt bij Lo Còr de la Plana de nadruk op het vocale. De vijf muzikanten zijn in de eerste plaats immers zangers en de percussie (klappen, bendir) zorgt voor een verende, soms trance-achtige begeleiding die de stemmen draagt. In de ‘Marseilles Maffia Mazurka’ en ‘La Libertat’ zingen de vijf quasi zuiver homofoon. De synchronisatie is hier perfect en het spel met de dynamiek fascinerend. Niet alleen creëren de zangers grote contrasten in geluidsterkte, ze werken ook met subtiele nuances die in groepsverband alleen te verkrijgen zijn na jarenlang samenwerken.

Het spectaculairst zijn echter stukken als ‘La Despartida’ en ‘Canalha’ waar de luisteraar continu op het verkeerde been gezet wordt. Van eenstemmig naar een solist versus een groep; van twee gelijkwaardige lagen boven elkaar naar een strak geharmoniseerde ensembleklank, zoals gewone stervelingen met de ogen knipperen, veranderen de zangers hier van onderlinge samenhang. Zelfs schijnbaar spontane uitroepen vinden hun plaats in het geheel, alsof ze opgeslokt worden door de composities.

De arrangementen zijn dan ook een lust voor het oor. Constant veranderend en evoluerend sleuren ze de luisteraar mee op een bij momenten helse rit die door Théron en zijn collega’s met het grootste gemak mee wordt afgelegd. In het met strakke accenten en maatveranderingen gemeen in elkaar gezette ‘La Tautena e la Patineta’ vallen de verschillende stukjes van de individuele zangers (soms niet meer dan een lettergreep) als een puzzel in elkaar. De dwingende drive van de percussie zet de kracht van de muziek alleen maar extra in de verf.

De aanpak van de groep is muzikaal zo fascinerend dat zelfs de meer dan negen minuten durende ‘Farandola dei Bàrs’ van de eerste tot de laatste noot kan boeien. Wat vertrekt vanuit woordenloze zang met een haast declamerende Théron eindigt met dreunende en symfonische allures.

De kleine scheutjes elektronica die op de plaat te horen zijn (wat reverb, een beatje of het vervormen van de stemmen) zijn leuke aardigheidjes, maar worden nooit essentieel voor de muziek. Die blijft ook zonder de technologie verbluffend en bijgevolg meteen klaar voor het podium. Want ook daar blijft Lo Còr de la Plana onklopbaar in zijn categorie.

Meer over Lo Còr de la Plana


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.