Het uitgangspunt voor deze nieuwe opname van cellist Julius Berger bij Challenge Classics is dat Beethoven terwijl hij leefde gewoon toeliet dat zijn werk door tijdgenoten gearrangeerd werd voor andere bezettingen. Berger beklemtoont daarbij dat Beethoven telkens een oogje in het zeil hield en de progressies die men bijvoorbeeld terugvindt in de vermeende bewerking van zijn strijktrio opus 3 door Fr. X. Kleinheinz zouden er volgens Berger op wijzen dat Beethoven zelf aan de partituur heeft gesleuteld. Daaruit zou volgen dat de bewerking voor cello en piano een volwaardige transcriptie is, die door musicologen onterecht als "tweederangs Beethoven" wordt afgedaan. Als leek is het onmogelijk mee te dingen in dergelijke musicologische discussies en wat finaal telt is uiteindelijk de kwaliteit van de gespeelde werken. Die is zeer degelijk, zeker voor een duo dat elkaar nog nooit eerder ontmoette op een opname. De enige verwantschap tussen Julius Berger en José Gallardo is dat ze allebei Duitstalig zijn en onder contract staan bij Challenge Classics. Waar Berger zich in zijn lange carrière inmiddels al bewees met uitvoeringen van ondergewaardeerde Luigi Boccherini-muziek, heeft Gallardo echter minder wapenfeiten om met trots op terug te kijken, hoewel zijn betrekkelijk jonge leeftijd daar uiteraard een belangrijk aandeel in heeft.

Berger, wiens vorige opname bij Challenge een cd was vol hedendaagse cellomuziek, grijpt voor dit project terug naar een barokcello uit 1740. Zijn klank is daardoor niet altijd sterk genoeg naar Beethoven-standaarden en de klankkleur van het oude instrument is iets minder gedifferentieerd dan nu het geval is. Gelukkig gaat het hier echter om twee relatief vroege werken van de componist, waarin het weerbarstige en heftige van de latere cellosonates nog niet echt aanwezig zijn. De schriftuur laat dus het gebruik van een cello toe die een nogal scherpe en dunne klank produceert. In het eerste werk, de hoger vermeldde bewerking van Beethovens strijktrio opus 6, kiezen Berger en Gallardo voor een speelse aanpak. Berger komt daarbij niet helemaal los van zijn nogal statige benadering van de barokcello en krijgt zelfs te kampen met enkele subtiele intonatieproblemen. Toch blijft deze uitvoering overeind, en wel door de stuwende klavierpartij van José Gallardo, die Berger meeneemt richting pittige tempi en temperamentvolle uithalen.

Het tweede werk op deze cd is een arrangement dat Berger zelf maakte van Beethovens werken voor mandoline en piano. Beethoven schreef deze korte stukjes voor gravin Josephine von Clary-Aldringen, die het instrument bespeelde en in wiens gunst de componist wilde vallen. De vier werken die hier verzameld werden, kregen geen opusnummer mee en dat zegt ook iets over hoe Beethoven hen beschouwde: als versnaperingen tussen de zwaardere, meer artistiek beladen werken door. Dat is op zich geen reden om de werken niet uit te voeren, maar het doet wel vragen rijzen naar de noodzakelijkheid van een opname als deze toe. Berger heeft bijvoorbeeld de cellosonates van Beethoven nog niet opgenomen en dat is onmiskenbaar repertoire waar zowel interpreet als toehoorder veel meer kunnen uithalen. Los daarvan is Bergers transcriptie van de vier stukken gelijkend aan die van cellist Steven Isserlis: vloeiend en lyrisch, en vooral erg getrouw aan de oorsprongkelijke partituur. Ook hier blijkt Gallardo weer een erg begaafde begeleider te zijn, die zonder veel omhaal extra dynamiek in de werken pompt.

Een aangename ontdekking vormen deze lichtzinnige Beethoven-werkjes wel, maar de uitvoeringen zijn niet foutloos en van de componist is nu eenmaal ook interessanter werk voor handen. Daarom slechts een nipte voldoende voor deze opname.

Meer over Ludwig van Beethoven


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.