Fluitist Mark Alban Lotz is van vele markten thuis. Hij weet weg met geïmproviseerde, hedendaagse gecomponeerde of traditionele muziek uit verschillende werelddelen. Die facetten klinken allemaal door op ‘Solo Flutes’, een album waarop Lotz (zoals de titel al zegt) moederziel alleen te horen is, op uitsluitend een reeks fluiten die variëren van een standaard dwarsfluit tot een contrabasfluit (met dank aan de uitvinder van het pvc) en prepared flute.

‘Solo Flutes’ is om verschillende redenen een hele eerlijke cd. In de eerste plaats, omdat Lotz geen overdubs gebruikt en in de studio alleen hier en daar wat delay heeft toegevoegd. In tweede instantie omdat hij zich een ware muzikale kameleon toont, zonder te vervlakken tot een stijlhoppende circusact. De virtuositeit zit namelijk in de eerste plaats in de beheersing van de instrumenten en de uitgestrektheid van het klankenrepertorium, niet in bewust opgezochte snelheid of dynamiek. Wat Lotz doet, klinkt vaak zo moeiteloos dat de kans niet denkbeeldig is dat argeloze luisteraars de schouders gaan ophalen, maar net die evidentie toont de kwaliteiten van de fluitist.

Daar komt nog bij dat Lotz zich niet tevreden stelt met de effectjes en de klankjes op zich. Ze dienen bij hem om echt muziek te maken: stukken met een verloop, met materiaal dat voorgesteld en verwerkt wordt en dat transformeert tot weer nieuwe mogelijkheden. Dit presteert Lotz zelfs in een eerder abstract klinkend stuk als ‘Albert Speaks’ dat opgebouwd wordt uit windgeluiden en afgetopte klepgeluiden. Door te spelen met kleur en register weet hij een coherente en betekenisvolle structuur in de muziek te krijgen waarmee het stuk het geluid overstijgt.

Op andere momenten tovert hij uit zijn instrumenten het spinnen en grommen van wilde dieren uit Chris Watson-opnames tevoorschijn, stuurt hij een ijskoude, uit verschillende lagen opgebouwde wind door de speakers of zorgt hij voor een Afrikaanse vibe. Meer dan eens toont hij zich een meester in het gebruik van multiphonics. Meerstemmig spelen en zingen is natuurlijk altijd indrukwekkend, maar opnieuw gebruikt Lotz de techniek voor muzikale doeleinden. Zo kan hij ‘Eastern Desert’ desolaat en uitgestrekt laten klinken, maar echt indrukwekkend wordt het pas in ‘PVC Mantra’. Wat eerst klinkt als stoomboot- en keelzangachtige effecten, gaat later melodisch bewegen en vervelt tot gregoriaans in ritueel dreunende, parallelle samenklanken om later over te gaan in onafhankelijke van elkaar bewegende lijnen als van een middeleeuws organum.

Soms mag het echter ook wat traditioneler. Swingen gaat Lotz duidelijk ook af, al doet hij dat in ‘Whole Steps’ in de exotische heletoonstoonladder, waardoor hij de klassieke tonaliteit een hakje zet. Een hakje, want gebruuskeerd wordt de luisteraar nooit, zeker niet wanneer de fluitklanken de impressionistische wereld van Debussy oproepen: sprookjesachtig in ‘Major Circles’, jazzy in ‘A Fine Winther’. In vergelijking met de andere tracks klinken die tracks heerlijk ouderwetse, maar niet minder muzikaal en doordacht. Straffe kost die bij momenten klinkt als een spreekwoordelijke wandeling in het park: het is niet iedereen gegeven.

Meer over Mark Alban Lotz


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Verder bij Spotify
Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.