Het is een val waar bepaalde muziekpers zich nogal gemakkelijk door laat vangen: Anna Vinnitskaya komt uit Rusland, dus ze zal alle muziek – zowel de Duitse als de Franse – wel op een Russische manier spelen? Natuurlijk is dat een misvatting, en nog geen kleintje. Toch houdt de uitspraak voor wat het spel van deze pianiste betreft, tot op zekere hoogte steek. Vinnitskaya, kind van twee door piano geobsedeerde ouders en kleinkind van een vrij beroemd dirigent, studeerde tot voor kort alleen aan Russische pianoscholen en liet zich vooral gelden in het repertoire van haar thuisland. Ze won de Koningin Elisabethwedstrijd in het jaar 2007 en bracht daarna, niet toevallig, meteen een opname uit met Rachmaninov, Prokofiev, Medtner en Goubaïdoulina. Een tweede cd bij Naïve plaatste het tweede pianoconcerto van Prokofiev naast Ravels meesterwerk voor piano en orkest in G, waarmee Vinnitskaya in de percussieve aanpak gelijkenissen zag met stukken uit de Russische school. Een opname tot de nok gevuld met muziek van Ravel, haar jongste creatie voor Naïve, is echter van een andere orde: kan de pianiste dit soort subtiele pianoschriftuur wel aan? Niet zelden verkijken solisten zich immers op de uiterlijk zeemzoeterige partijen, die alleen met een enorme beheersing, tact en gevoelvolheid tot hun recht komen.

Meteen valt op dat Anna Vinnitskaya deze drie grote werken van Ravel niet op een stereotiepe manier benadert. Zo zijn haar 'Miroirs' betrekkelijk "on-Frans", in die zin dat de pianiste de notenslierten niet verkiest te versluieren. Alles blijft zoveel mogelijk helder en puntig. Vinnitskaya springt beperkt om met pedaal en streeft gelijkmoedigheid en transparantie na tussen beide handen, waardoor de vijf onderdelen extra aards gaan klinken. In 'Gaspard de la nuit' vertelt ze even goed een eigen verhaal. Op onconventionele wijze laat de pianiste de typische karakters wel naar boven komen, zij het op de strenge, aristocratische manier die haar pianospel karakteriseert. 'Ondine' wordt nooit concreet; blijft dartel en fantasievol tot het eind. 'Le Gibet' sluimert, met een ontwaken dat ontwapent, maar niet verplettert. Tot slot serveert Vinnitskaya 'Scarbo' als een woeste diamant, fijn geslepen in paradoxaal ruwe vormen. Ook het openingswerk, 'Pavane pour une infante défunte', is betrekkelijk droogjes: Ravel was geen kwijlerige crowd-pleaser en Vinnitskaya bewijst dat ook een meer zakelijke aanpak de emoties puur en onversneden kan overbrengen.

Deze Ravel-opname loont dus zeker en vast de moeite, mede dankzij de uitstekende, maar niet overmatig warme opnameklank. Vinnitskaya speelt zoals haar klavier werd opgenomen: met een onmiskenbare elegantie, die echter op een zekere afstand van de muziek wil blijven om deze ongenaakbaar te laten schitteren. De vraag is dan: is Ravel het ideale repertoire voor een gedistingeerde, jonge pianiste als Vinnitskaya? Hoe dankbaar melomanen ook zullen zijn met deze verrassende visie op het Franse genie: waarschijnlijk ligt de meer onstuimige, licht ontvlambare Russische muziek deze interprete beter. Is het immers niet zo dat Ravel nog het best klinkt voor mensen die zich helemaal laten omringen door zijn prachtige pianonevels? Wat dat betreft kan de melomaan meteen doorverwezen worden naar de briljante en quasi gelijktijdig verschenen opname van Alice Ader bij Fuga Libera. Laat Ader 'Alborada del gracioso' niet net dat ietsje meer parelen? En is haar opening van 'Ondine' niet ettelijke keren meer mysterieus en spannend? Vinnitskaya heeft deze release dus wat ongelukkig gepland, gezien een meer fantasievolle integrale cyclus quasi gelijktijdig het licht heeft gezien. Hoe mooi en innemend deze Russin ook speelt, tegen de Franse fleur van Ader kan ze niet op.

Meer over Maurice Ravel


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.