De London Mozart Players werden opgericht in 1949, als het eerste – en voor lange tijd – enige kamerorkest in het Verenigd Koninkrijk. In de jaren na de tweede wereldoorlog waren ze in zekere zin een curiositeit: het klassieke repertoire behoorde nog stevig toe aan de grote symfonische orkesten, die in de regel Mozart en Haydn met tachtig of negentig muzikanten uitvoerden, drie of vier keer zoveel in de achttiende eeuw gebruikelijk was. Het orkest dat dirigent en violist Harry Blech rond zich verzamelde, viel evenwel in de smaak bij het Londense publiek en wat begon als een ad hoc-ensemble groeide in korte tijd uit tot een kamerorkest dat qua reputatie de grote Engelse symfonieorkesten kon evenaren. Deze opname dateert uit de beginjaren van de London Mozart Players, met opnames die in 1954, 1955 en 1959 gemaakt werden. Blech dirigeerde Mozarts 36ste (‘Linzer’) symfonie, het 24ste pianoconcerto in c mineur met Louis Kentner aan de piano en de twaalf menuetten KV568.

De vraag die een opname van deze ouderdom opwerpt, is hoe goed de uitvoeringen de vergelijking met huidige interpretaties doorstaan. Het antwoord is dat de London Mozart Players nog steeds voor onderhoudende concerten zorgen, ook al is er de laatste decennia vooral qua speelstijl bij de strijkers veel veranderd. Vibrato wordt vandaag de dag spaarzamer aangebracht. Ook de dominantie van de eerste violen verraadt de leeftijd van deze plaat want zo een bijtijds scherpe klank is al niet meer terug te vinden op opnames die pakweg twee decennia later gemaakt werden. Waar de strijkers bovendien wel eens log gaan klinken, zijn de blazers van de London Mozart Players evenwel van een uitstekend niveau, met een hechte, briljante klank en knappe solo’s – al klinken de hobo’s in het pianoconcerto wat al te scherp.

Zelfs een soms anachronistische uitvoering is daarom nog geen slechte interpretatie en het is op interpretatief gebied dat de London Mozart Players kunnen schitteren. Deze Mozart bezit vinnige tempi, een aantrekkelijke onstuimigheid en een uitzonderlijk hecht samenspel tussen blazers en strijkers. De vlugge melodielijnen aan het eind van het eerste deel van de symfonie, die behendig doorgegeven worden tussen de verschillende houtblazers en de violen, bewijzen hoe compact deze groep muzikanten aan elkaar hing. Het is bovendien niet onaardig om een interpretatie als deze te horen, die een zekere symfonische grandeur in de vierdelige structuur van Mozarts symfonie houdt, waarbij het langzame deel, het menuet of de finale allemaal een grondig verschillend karakter behouden.

Dat symfonische aspect vertaalt zich gemakkelijk naar het pianoconcerto, dat met zijn c mineur toonaard een van Mozarts donkerste is en hier een Beethoveniaanse breedheid meekrijgt. De zilveren klank van Louis Kentners piano werkt wonderwel goed in dit concerto maar zijn cadens in het eerste deel is, omwille van de plotse overgangen en bruuske accenten zeker niet de sterkste die dit concerto ooit gekend heeft. De twaalf menuetten tot slot, vormen een hapklaar, erg toegankelijk brokje muziek, met gevarieerde tempi en karakters en een energieke uitvoering, vooral in de mineurpassages, die bewogen en angstig klinken. Harry Blech hield een stevig en dansbaar karakter in deze stukjes, waarvan er sommige met de elegantie van een hofdans en anderen met de hoekigheid van een Oostenrijkse ländler gespeeld worden. Deze vaak verwaarloosde muziek van Mozart vormt een waardige afsluiter voor een lichtjes gedateerde maar nog steeds erg boeiende opname.

Meer over Wolfgang Amadeus Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.