Mozart op authentieke instrumenten spelen is helemaal niet zo ver gezocht meer maar toch blijft het relatief moeilijk om opnames te vinden van Mozarts pianoconcertos met een achttiende-eeuwse pianoforte in de plaats van een moderne concertvleugel als solo-instrument. De zevenentwintig klavierconcerti die Mozart schreef blijven namelijk het exclusieve terrein van grote pianovirtuozen, dat ze jaloers bewaken. Zo is het bijvoorbeeld onmogelijk om een integrale opnamecyclus van de concerti op pianoforte te vinden. Gelukkig kan men een quasi-complete serie bij elkaar puzzelen door aparte opnames van verschillende barokorkesten en –solisten naast elkaar te leggen. Met de Kölner Akademie stelt pianist Ronald Brautigam op deze nieuwe opnames twee grote Weense concerti voor, namelijk het negentiende, in F, KV459 en het drieëntwintigste, in A, KV488, sindsdien een van de meest consistent populaire van Mozarts concerti.

Wie van de klank van oude instrumenten houdt, kan zijn hart ophalen met deze opname. Mozarts Weense pianoconcerti zijn dankbaar terrein voor de houtblazers van een orkest en beide concerti staan vol met fijne passages voor hen. Zulke passages krijgen een nieuwe dimensie mee op oude instrumenten, dankzij de transparante balans en zachte klank van Die Kölner Akademie. Voorbeelden zijn er genoeg: de geraffineerde klarinetten in het langzame deel van het A-groot concerto, de zachte maar heldere manier waarop een enkele traverso de bovenste stem van de blazersgroep vormt of de geëngageerde manier waarop de blazers, als één gedrild blok, inzetten in de finales.

En dan is er de vreugdevolle klank van Brautigams pianoforte, een kopie van een Anton Graf van het eind van de achttiende eeuw, die doorzichtig en kleinschalig klinkt. De fijnzinnige aanslag van het instrument resulteert in een zuiveren, engelachtige klank en een delicate solopartij. Brautigams pianofortespel bezit zelf echter genoeg energie, houdt de hoekdelen van de concerti energiek genoeg en zet behoorlijk virtuoze lezingen van beide finales neer. Het is altijd mooi om een pianoforte te horen zonder opvallende mechaniek maar dit instrument voelt nog eens extra gesmeerd en vlot aan. Het levert bovendien een prachtig innige klank op in het middendeel van het A-groot concerto, dat net daardoor een uniek gevoelige en treurige uitvoering meekrijgt. Het middendeel van het F-groot concerti krijgt net een vlot tempo, wat dan resulteert in vlotjes swingende cadans bij de solist.

Wie bij een moderne concertvleugel zweert, zal misschien wel de epische breedte van Mozarts klavierconcerti missen in deze nieuwe opname, vooral dan in het bekende drieëntwintigste concerto, dat bij grote (moderne) klaviervirtuozen vaak wat romantischer aangedikt wordt. Dat neemt echter niet weg dat deze nieuwe interpretatie een pareltje is, met twee concerti die Mozart op het hoogtepunt van zijn compositorisch kunnen laten horen en een uitvoering die de klankweelde van authentieke instrumenten ten volle uitspeelt.

Meer over Wolfgang Amadeus Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.