De theorie: 'Hyperrealism' is een elektroakoestische muziektaal waarin bestaande geluiden ('realism') op een extreme ('hyper') manier gebruikt worden. Extreem gebruik is op deze cd niet zozeer te interpreteren als vervormd, maar wel als razend gemonteerd. De Amerikaanse componist Noah Creshevsky bouwt hier namelijk wervelende samplecollages. Deze cut-ups van uiterst korte fragmenten plakken zo dicht op elkaar dat er soms een overaanbod aan informatie dreigt te ontstaan. Creshevsky omzeilt dit probleem echter meesterlijk. Hoe kort de samples ook mogen zijn, ze staan niet zomaar hoekig op elkaar. Ze vloeien wonderwel in elkaar over waardoor de combinaties nieuwe melodieën en harmonieën vormen. Door samples te laten terugkeren ontstaat daarenboven een structuur die herkenning mogelijk maakt, al dient meteen gezegd dat Creshevsky nooit loopt, noch met zuivere refreinen werkt. Alle klanken blijven individuele bouwstenen.
Een bekend verhaal van de betere sampleartiest? Dit zou zeker waar kunnen zijn, ware het niet dat de klassieke opleiding (bij klassieke zwaargewichten als Nadia Boulanger en Luciano Berio) van Creshevsky haast permanent aanwezig is: klassieke muziek is duidelijk zijn natuurlijk biotoop. Virtuoze pianotrekken uit concerti of études, klavecimbels, strijkers in alle mogelijke speeltechnieken, blazers en stemmen van lichte renaissance tot opera bepalen het klankbeeld met occasioneel een elektrische gitaar, een sitar of wat elektronica.
De keuze van de samples en de manier waarop ze aangewend worden bepalen de sfeer van elke track. 'Jacob's Ladder' wordt zo gedomineerd door een klein renaissancekoor in combinatie met een fout klinkend orgeltje, terwijl 'Vol-Au-Vent' heel impressionistisch aandoet door het naadloos in elkaar overlopen van strijkers en dwarsfluiten. De soms vreemde wendingen in dit stuk kleuren de muziek dan weer in met de licht wrange atonaliteit van Schönberg. Stemmen voeren de boventoon in 'Ossi di Morte' waarin verknipte en gemonteerde operastemmen een constante deining veroorzaken. Later gaan de stemmen smachten en snikken, wat de dramatiek nog oppompt en de compositie eindigt doordat de klanken uitfladderen en de muziek zo vervliegt. Van een totaal andere vocale orde is 'Jubilate', besteld door en opgedragen aan de Amerikaanse stemkunstenaar Thomas Buckner. Zijn Latijnse zang vormt de basis voor het werk, waarop zijn gereutel, geblaas en gesnik gedrapeerd worden. De duidelijke harmonieën, het aanzwellen van de klank en het bijgevoegd keyboard plaatsen dit stuk eerder in de traditie van de romantisch (religieuze) koormuziek.
Vreemde eend in de bijt is 'Hoodlum Priest', het enige werk waar geen 'klassieke' muziek aan te pas komt. Het is uitsluitend opgebouwd uit elektrische gitaarsamples van Marco Oppedisano en (terug) de stem van Thomas Buckner. Ondanks deze beperktere middelen blijft ook dit nummer de hele tijd boeien: door het monteren van allerlei vormen van glijden en pingelen garandeert Creshevsky een afwisselende ondergrond voor Buckners reutelen, zuchten en zingen.
Noah Creshevsky slaagt er in de verworvenheden van de (populaire) samplecultuur toe te passen op klassieke muziek. Niet als een excuus of een legitimering van zijn eigen werk, maar als muzikaal sterke composities. 'Hyperrealism' begint waar de betere hiphop-dj eindigt.

Meer over Noah Creshevsky


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.