Als het over originaliteit gaat, mag het Nouvelle Vague gerust aangehaald worden. Fransman Marc Collin had zo'n twee jaar geleden de lumineuze inval om bekende, moeilijk te coveren new wave-liedjes te herwerken tot erg aparte eigen versies. New wave door Nouvelle Vague op bossanova gezet: drie maal dezelfde bewoording in een verschillende taal. Al snel vond hij een partner in Olivier Libaux om voor dit project een leger onbekende zangeressen in te schakelen. Het titelloze resultaat rolde zomaar eventjes tweehonderdduizend keer over de toonbank. Reden te meer om aan dit erg leuke project een vervolg te breien, vandaar 'Bande a Part'. Gelukkig blijft Collin zijn succesvolle weg niet blindelings bewandelen en herhalen. Voor zijn nieuwe plaat, die ondermeer Echo & The Bunnymen, New Order, Blondie, The Cramps en Billy Idol aanbiedt, heeft de band meer dan tevoren zijn licht opgestoken bij tropische, zomerse muziek. Het eindresultaat is wederom erg smaakvol en verrassend, maar tevens broos en intiem.

New wave die op eenvoudige bossanova- en reggaeritmes gezet is en sensueel ingezongen wordt door ingehuurde dames? Daar geraakt enkel Nouvelle Vague mee weg. Toegegeven, het vernieuwende van dit project is er wel wat af en dankzij erg flauw klinkende stemmetjes komt de cd aanvankelijk erg melig over. Een minimum aan elektronische componenten plus een karige omkadering met veel percussie en wat akoestische begeleiding werkt niet steeds volledig overtuigend. Dat neemt niet weg dat 'Bande a Part' enkele erg leuke liedjes bevat. Zo wordt Blondies 'Heart of Glass' in een zwoele reggaeversie aangeboden door een onbekende Jamaïcaanse en vervangt een neuriënde dame het gezoem van The Cramps' 'Human Fly' op een bluesy, doorleefde manier. Een opgewekte, meerstemmige samba van 'Ever Fallen in Love' van the Buzzcocks straalt zo'n speels puberkarakter uit dat het de originele versie meteen naar de prullenmand verwijst. Dé uitschieters zijn 'Bela Lugosi's Dead' van Bauhaus en 'Fade to Grey' van Visage. De eerste streelt in zijn zachte eenvoud ondanks de ondersteuning met een heus horrororgeltje en voodoo-achtige geluiden en blijft als een grafzerk overeind dankzij een geniale baslijn van drie noten. De tweede doet denken aan een verfomfaaide dame die op accordeon in de metro zit te tokkelen en wordt gestoord door de galm en geluiden van mensen die achteloos passeren. Op die manier wordt de boodschap "we fade to grey" erg mooi bekrachtigd, temeer omdat het verhaal eindigt in opgewekte natuurgeluidjes. Toch zijn veertien liedjes wat veel van het goede. Hoewel voor het eerst een man als zanger van de partij is (Gérald Toto eigent zich Yazoos 'Don't Go' toe), kabbelt het plaatje soms wat te luchtig voort. En terwijl 'Dancing with Myself' van de stoere macho Billy Idol aanvankelijk erg leuk lijkt in de groezelige sfeer van een jaren '50 whiskybar, durft de hoge zang wat te storen. Ook worden enkele vergeten groepen als The Sound of The Wake niet meteen eer aangedaan met sensuele vrouwenstemmen maar een verder weinig vertellende omkadering.

Het idee van Nouvelle Vague blijft uniek. Toch blijkt op deze tweede plaat meer dan ooit dat dit project evenveel voor- als tegenstanders zal kennen. Dankzij een bewust flauwe en weinig energieke uitstraling bestaat er geen tussenweg. Een gouden tip is wel om onder luid volume de subtiliteit in deze muziek te ontdekken en verder te kijken dan het louter herkennen van bekende deuntjes.

Meer over Nouvelle Vague


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.