Als bekroning van haar carrière bracht Omara Portuondo onlangs het album 'Gracias' uit. De 78-jarige zangeres startte haar carrière 60 jaar geleden als danseres in de befaamde cabaretclub Tropicana en schitterde begin jaren '50 als één van de stemmen in het vrouwenkwartet 'Las D'aida'. Met haar solodebuut 'Magia Negra', waarop ze Cubaanse muziek combineert met Noord-Amerikaanse jazz, zette ze de Cubaanse muzikale cultuur als één van de eersten op de wereldkaart. Samen met het 'Orquesta Aragón' reisde ze de hele wereld af, maar het was vooral het succes van de Buena Vista Social Club in de jaren '90 dat ervoor zorgde dat ze voorgoed in de schijnwerpers kwam te staan. Haar laatste album heeft dan ook een belangrijke symbolische waarde: Omara wil hiermee niet alleen haar fans en naasten, maar ook de vele muzikanten die met haar samenwerkten bedanken voor de jarenlange steun.

Deze dankbetuiging vertaalt zich in een eerste plaats in de keuze van nummers, waarvoor Omara doorheen haar hele muzikale carrière grasduinde op zoek naar songs die ze altijd al had willen opnemen. In het bijbehorende cd-boekje licht ze elke keuze steeds toe aan de hand van een korte commentaar. Het resultaat is een zeer persoonlijk album, waarin ballades afwisselen met typisch Cubaanse songs, maar ook met meer experimentele nummers. Omara's handelsmerk, het vermengen van Cubaanse muziek met andere muzikale invloeden, is ook op deze cd niet afwezig. Zo maakte ze samen met Richard Bona een heel eigenzinnige versie van 'Drume Negrita', een lied dat ze vroeger als slaapliedje zong voor haar zoon. Het nummer roept door de dichte samenzang en de specifieke percussieklanken de sfeer op van Afrikaanse muziek. De typisch Cubaanse nummers, zoals 'Amame como soy' en 'Gracias', bruisen van energie en passie voor het leven, en zorgen voor een welkome variatie op deze – overwegend rustige – cd.

Omara verwezenlijkte op deze cd ook haar droom om met een aantal muzikanten samen te werken. Ze kon namelijk rekenen op de muzikale ondersteuning van ervaren muzikanten zoals de pianisten Robert Fonesca en Chuco Valdés. Daarnaast leverde de slagwerkgoeroe Trilok Gurtu een bijzondere bijdrage: dankzij zijn percussiekunsten kregen ook de rustigere nummers een dynamisch karakter. Iets minder geslaagd zijn sommige arrangementen, die door een romantische orkestratie een ietwat plakkerige meligheid meegeven aan tragere nummers zoals 'Yo vi' of 'Tú mi desengaño'. Andere arrangementen zijn dan weer wel geslaagd, zoals het passionele duet 'O que será' met de Braziliaanse veteraan Chico Buarque. Zelfs Omara's kleindochter kreeg een plekje op deze cd toebedeeld, al is hun duet 'Cuento para un niño' één van de mindere nummers op deze cd.

Dit album 'Gracias' kan gezien worden als een soort muzikaal fotoalbum van Omara's carrière. Dat kan trouwens vrij letterlijk genomen worden: naast persoonlijke teksten van de zangeres zijn in het cd-boekje een hele reeks foto's opgenomen die een mooi beeld geven van haar hele leven. Zelfs de vormgeving van de cd – een verwijzing naar de lp – zorgt voor een terugblik in de tijd. Toch is de sfeer op deze cd nooit nostalgisch, maar eerder optimistisch. Omara's commentaar bij het nummer 'Lo que me queda por vivir' vat dit mooi samen: "Dit nummer staat voor wat het leven mij te bieden heeft, en zoals het lied vertelt, is dit een glimlach."

Meer over Omara Portuondo


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.