Hoewel metalcore de laatste jaren aan populariteit heeft gewonnen, torst het genre een bijzonder kwalijke reputatie met zich mee. Door een overvloed aan ongetalenteerde en inferieure bands is de scene de laatste jaren immers volledig geïmplodeerd. Parkway Drive debuteerde in 2006 met ‘Killing With a Smile’, een weinig verrassend doch kwalitatief werkstuk waarbij vooral de vocalen van Winston McCall lof oogstten. Na de twijfelachtige opvolger ‘Horizons’ (2007) moet de nieuwe langspeler ‘Deep Blue’ bewijzen dat de Australiërs nog enige aandacht waard zijn.

De roots van metalcore liggen in de late jaren tachtig en vroege jaren negentig, wanneer hardcore punkbands zich een brutale metalsound aanmaten en de nadruk gingen leggen op trage breakdowns en het intense karakter van de muziek. Tegen de eeuwwisseling ging het genre meer de mosterd halen bij de melodische death metal uit Scandinavië, die groove en melodie combineerde met diepe grunts, blastbeats en andere muzikale extremiteiten. Net zoals Killswitch Engage en As I Lay Dying maakt Parkway Drive deel uit van die laatste lichting melodische metalcore.

Opener ‘Samsara’ illustreert al meteen hoe het niet moet: na een sfeervolle introductie wordt het nummer volledig de nek omgewrongen met een inspiratieloze breakdown. Ook ‘Unrest’ kan zich niet onttrekken uit de grijze middenmoot. Dubbele basdrums, raggende gitaren en furieuze vocalen knallen alle kanten uit, maar ondanks alle razernij klinkt het resultaat te steriel en te voorspelbaar om noemenswaardige schade aan te richten.

Maar er zijn ook lichtpunten. ‘Sleepwalker’ koppelt vingervlugge, groovy gitaarriffs aan opzwepende mid-tempo passages, hoewel een generische breakdown halverwege alle snelheid uit het nummer haalt. De brug van ‘Wreckage’ herbergt een sublieme wisselwerking tussen laaggestemd gitaargebeuk en friemelende soli, terwijl de melodieuze gastvocalen van Brett Gurewitz (Bad Religion) in het meeslepende ‘Home Is For the Heartless’ inspirerend lijken te werken.

De indrukwekkende schreeuwstrot van McCall blijft één van de belangrijkste troeven van Parkway Drive. Helaas staat hij vaak te roepen in een muzikale woestijn. In ‘Karma’ wordt zijn stemacrobatie aanvankelijk geruggensteund door hakkende gitaren en monumentaal drumwerk, maar de song raakt uiteindelijk verstrikt in een web van halfbakken deathmetalriffs en stierlijk vervelende solo’s. De breakdowns laten ook steevast te wensen over. In plaats van de nummers kracht bij te zetten, blijven ze hangen in stereotiep, monotoon gefröbel en dat gaat na een tijdje danig op de zenuwen werken.

Na herhaaldelijke beluistering noopt ‘Deep Blue’ tot dezelfde conclusie als zijn voorganger. Ondanks een sterke vocalist blijft Parkway Drive te weinig inventief om het verzadigde metalcoregenre nieuw leven in te blazen. Enkele schaarse sterke momenten ten spijt, is ‘Deep Blue’ een plaat om weer snel te vergeten.

Meer over Parkway Drive


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.