Paul Weller heeft zijn eigen hoofdstuk in de muziekgeschiedenis. Via the Jam, Style Council en solo heeft de man niet enkel aan de wieg gestaan van grote muziekstromingen, maar heeft hij ook charismatische Britse rock een nieuwe dimensie gegeven. Het verhaaltje is duidelijk nog niet uit. Met deze nieuwe plaat die bestaat uit twaalf covers neemt de man geen stap terug maar brengt hij eerbetoon uit aan een aantal artiesten voor wie Weller respect opbrengt. Door dat op zijn eigen, stijlvolle manier te doen is dit wel degelijk een nieuwe Paul Wellerplaat en geen onbeduidend geheel van imitaties. Plots krijgt het woord 'eerbetoon' een heel eigen invulling.
'Studio 150' is de naam van de kleine studio in Amsterdam waar deze 'modfather' (Weller stichtte de mod-beweging) samen met tal van muzikanten lange tijd verbleef. Samen met blazers van het Nederlandse New Cool Collective, wat strijkers, de toetsenist van Zuco 103 en enkele kameraadmuzikanten uit Ocean Colour Scene heeft de man zijn tijd genomen om deze twaalf nummers in de blikken, gezien het erg diverse karakter ervan. Dat betekent geen voor de hand liggende covers van soulfavorieten The Who, The Kinks of Small Faces (die heeft hij jaren geleden al gecoverd), maar wel een erg originele en onverwachte, grotendeels Amerikaanse songkeuze die zowel country, soul, bigbeat als akoestische kampvuurnummers bevat. De rockende gitaar zet Weller bij deze even opzij. Blazers, strijkers, funky baslijnen, een wervelend orgel en een stevige groove nemen veelal het stuur over. In prachtige liedjes als het voorzichtige 'Wishing on a Star' (Roce Royce) of 'Hercules' (Aaron Neville) steekt de man zijn voorliefde voor donkere souljazz met gevoelig orgel- en trompetpel niet onder stoelen of banken. Ook de rustigere Oasis b-kant 'One Way Road' blijft met een bombastische drive, swingende piano en trombones mooi overeind staan onder Wellers eigenzinnige handen en bezit nog maar een fractie van de eenvoudige britpop van de gebroeders Gallagher. Het zijn helaas de meer bekende nummers die een beetje lijden onder het herkenningssyndroom: de gospelachtige, vrij vlakke versie van Dylans 'All Along the Watchtower' kan, ondanks een sterke gitaarrif en gastvocalisten Carleen Anderson en Sam Brown, niet aan het origineel tornen. 'Thinking of You' (Sister Sledge) mist de spirit die het origineel uitstraalt. Ook afsluiter 'Birds' (Neil Young) weet als meeslepende slow op piano en akoestische gitaar niet het oorspronkelijke gevoel te benaderen. Paul Weller en co kunnen duidelijk beter weg met de snellere, meer swingende covers. De doo-wopsingle 'The Bottle' (Gill Scott Heron) straalt dankzij enkele dwarsfluitdwarrels een heerlijke soulspirit uit en ook de rhythm 'n' blues van Tim Hardin ('Don't Make Promises') blijft met een huppelende contrabas en stevige blazerssectie aardig in de benen zitten. Verder bezingt Weller zowel stevigere funknummers als kalmere souljazzbijdragen met een emotie als zijn het zijn eigen songs en weet hij perfect de juiste spirit in deze plaat te leggen. Dat maakt 'Studio 150' tot een eigenzinnig, origineel en (wonderbaarlijk) ook erg geslaagde plaat.
Deze zestigjarige grootvader bewijst met deze fantastische cd dat covers niet noodzakelijk een blok aan het been hoeven te zijn. Zonder schroom verlaat Paul Weller de door hem platgetreden britpoppaden en neemt er een heerlijke dosis funk, jazz en soul voor in de plaats. Toch slaagt deze karaktervolle artiest er in om in 'Studio 150' een geheel eigen gevoelswaarde te leggen die erg goed aansluit bij deze (zwarte) muziek. Fans van The Jam en Style Council zullen even de wenkbrauwen fronsen, maar in werkelijkheid zet Weller hier een erg lovenswaardige prestatie neer. Volgende keer de blues, Paul?

Meer over Paul Weller


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.