Dat pionier in de elektronische muziek Pierre Henry van belang was voor de esthetische keuzes die Maurice Béjart zou maken is een understatement. "Zonder Pierre Henry zou ik niks bereikt hebben. Hij opende mijn oren", aldus Béjart. Hun eerste samenwerking in 1955 betekende een artistieke ommekeer in het werk van Béjart. Maar het was wel hij die Henry bekend maakte bij het grote publiek. Henry, als klassiek musicus en componist opgeleid door Messiaen en Boulanger, staat samen met Pierre Schaeffer aan de wieg van de 'musique concrète'; een Franse muziekstroming die alledaagse geluiden (bv. uit de natuur of van muziekinstrumenten) met behulp van elektronica (knippen, plakken, transformatie en deformatie) in composities combineert. Dit album, een postuum eerbetoon aan Béjart, geeft een mooi, maar onvolledig overzicht van de werken waarvoor Béjart choreografieën ontwierp.

In zijn zoektocht naar het puur organische tracht Henry de muziek zelf te vernietigen, om zo tot een nieuw concept van muziek te komen. Samen met compagnon de route Pierre Schaeffer componeert Henry 'Symphonie pour un homme seul'. Die 12-delige compositie, een symfonie in de etymologische betekenis van 'samen klinken', is een mijlpaal in de muziekgeschiedenis. Anders dan de componisten van de Studio in Keulen (Westdeutsche Rundfunk, Herbert Eimert), werken Schaeffer en Henry niet met elektronisch opgewekte klanken, maar gaan ze aan de slag met op tape opgenomen geluiden die ze elektronisch bewerken. De compositie betekent het begin van de jarenlange samenwerking tussen Henry en Béjart. Onherkenbare gemanipuleerde stemmen, geluiden van schokken, wrijvingen, geklepper, zuchten en vooral van een geprepareerde piano vormen het muzikaal basismateriaal. Elk geluid - of beter: elk klankobject - is onderdeel van een groepering, al dan niet getransformeerd, en krijgt een nieuwe kleur, ritme en gevoel. De klankobjecten krijgen een nieuwe betekenis door plaatsing in een nieuwe sonore omgeving en geven de luisteraar een bevreemdend gevoel. Henry voert de luisteraar mee doorheen totaal verschillende klankwerelden. Titels als 'Eroïca', 'Valse' en 'Partita' verraden nog een zekere band met het verleden, met de traditie.

De samenwerking tussen Henry en Béjart vervolgt in 'Microphone bien tempéré' - een titel die alludeert op de traditie - met het hier opgenomen eerste deel 'Batterie Fugace' (1950). Henry's opleiding als percussionist komt hier naar voor. Henry 'ordent' aangeslagen, gewreven en gestreken klankobjecten in een gebalde compositie die coherenter aandoet dan haar voorganger. Veel meer inspelend op het medium dans door middel van een meer regelmatige puls en afwisseling van sonore klankvelden betekent 'Arcane' (1955) opnieuw een stap verder in het oeuvre van Henry. Dat hij niet vasthangt aan formules en de musique concrète steeds heruitvindt en herinterpreteert, maakt dat Henry steeds nieuwe prikkels aan Béjart geeft. Henry komt op het punt dat hij intuïtief voor ballet of dans componeert. Het wordt als het ware zijn tweede natuur: "Muziek bestaat ook uit elementen die bewegen, spreken, poses aannemen en zichzelf dooreen schudden. [...] Muziek en dans delen ritme, accenten, rustpauzes en sprongen."

In 'Le Voyage' (1962), een eerder opmerkelijk werk in Henry's omvangrijke oeuvre, gebruikt hij zeven minuten feedback-materiaal. Zwevingen van en dialogen tussen meerdere feedbacktonen en plotse uithalen in ambitus vormen een uiterst boeiend proces van aantrekken en afstoten. Met 'La Reine Verte' (1963) lijkt hij verder door te gaan op het elan van voor 'Le Voyage'. De bewerkte vocalise van een sopraan, jazzdrums, percussie en klanken die we later ook terug vinden in 'Messe pour le temps' présents voeren de luisteraar van het ene uiterste naar het andere.

Het herkenningspunt op dit album zal voor velen 'Messe pour le temps présent' (1967) zijn, en in het bijzonder 'Psyche Rock'. Al was het van de remixes van William Orbit, Fatboy Slim en Coldcut of de bewerking voor de animatiereeks Futurama. Samen met Michel Colombier componeert Henry in een herkenbare compositiestijl een aantal werken die dicht bij rock aanleunen. Rock- en jazzgrooves op drums, bas, gitaar en synthesizer staan naast elektonisch gemanipuleerde klanken. Nu eens neemt de rock de overhand, dan weer overheerst de musique concrète.

Het bijzonder uitgebreide repertoire van Pierre Henry en de vele samenwerkingen met andere kunstenaars (cinematografen, choreografen,...) tonen aan dat hij niet vanuit een ivoren toren componeert. Dit album als ode aan Béjart geeft slechts een beperkt beeld van de werken die Henry voor dans schreef. Het interessante is dat hij de verschillende delen van de compositie door elkaar rangschikt, wat voor de Henry-leek een afwisselend hoorspektakel vormt met enerzijds 'abstracte' musique concrète en anderzijds werken in herkenbare toonspraak. Voor de kenner zal deze - om het oneerbiedig uit te drukken - compilatie toch een boeiende luisterervaring zijn: de (delen van de) verschillende composities dialogeren en interageren met totaal andere composities. Een album voor kenners en liefhebbers.

Meer over Pierre Henry


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.