Wagners laatste opera Parsifal werd na de tweede wereldoorlog meer opgevoerd in Bayreuth dan eender welke andere opera van de Duitse meester – tussen 1951 en 1973 niet minder dan 101 keer. De naam van dirigent Hans Knappertsbusch is dan ook onlosmakelijk verbonden met de (voor die tijd modernistische en minimalistische) ensceneringen in Wagners festspielhaus. Het verhaal van de 'onschuldige dwaas' Parsifal die de orde van de graalridders van de ondergang redt door meedogen te tonen en zo de boze magie van tovenaar Klingsor te verbreken is nadien niet zelden bekritiseerd geweest, vanuit verschillende ideologische perspectieven maar dat de muziek tot het beste van wat Wagner ooit componeerde behoort, dat valt niet te ontkennen.

De oude graalridder Gurnemanz wordt vertolkt door een al oudere Hans Hotter en dat is hoorbaar in zijn excessieve gebruik van vibrato, waardoor zijn zanglijnen accuraatheid missen en wat wazig gaan klinken. Toch bezit hij een erg warme, donkere en zachte basstem die in de eerste scène van het vierde bedrijf 'Von dorther kam das Stöhnen' goed tot zijn recht kan komen. Amfortas, die door de Amerikaanse basbariton Thomas Stewart werd vertolkt, blijft overtuigend, met een slanke, krachtige stem die verstaanbaar en melodieus blijft. Parsifal zelf (Jon Vickers) gaf in 1964 een nieuwe richting aan in Bayreuth, met een Parsifal vertolking die wat bescheidener en minder dramatisch klinkt. En ook Gustav Niedlinger bezit, als Klingsor, een schitterende dictie en acteert overtuigend zonder in overdreven pathos te vervallen. Het is altijd een plezier om Wagner zangers te horen die niet hoeven terug te grijpen naar een overdreven wijde vibrato om de technische uitdagingen die Wagners muziek voorstelt te boven te komen.

Knappertsbusch leidt zelf een waardige, plechtstatige Parsifal, met tempi die wat aan de trage kant liggen. Dat belet dirigent en orkest echter niet om een lange, grote spanningsboog te creëren en een Parsifal uit te voeren die coherent en logisch in elkaar zit. De goede vrijdagsmuziek in de laatste akte blijft ook vandaag nog een ontroerende uitvoering, een van de beste die men kan vinden. Jammer alleen dat de opnamekwaliteit en de klankkwaliteit van het orkest niet altijd optimaal zijn. Dit geldt zeker voor de 'Verwandlungsmusik' in de vierde akte, waar de trompetten en trombones bijzonder schel klinken en de 'forte' dynamiek eerder gedwongen dan vol klinkt. Ook het koor valt, in de tweede en vierde akte wat tegen want meer accuraatheid en helderheid waren hier meer dan welkom geweest. Maar de finale van de opera getuigt van Knappertsbusch' talent om een muzikaal logisch en overtuigend drama op te bouwen, met een interpretatie die zich niet op effecten richt maar Wagners muziek vroom en bijna heilig laat weerklinken.

Ondanks de soms wat te lage opnamekwaliteit blijft deze uitgave een getuigenis van het steeds hoge niveau van Wagner uitvoeringen in Bayreuth na de tweede wereldoorlog. Hoewel een meer recente opvoering ongetwijfeld op een hoger technisch niveau komt te staan, blijft deze Parsifal indruk maken door de grote innerlijke kracht die er van uit gaat.

Meer over Richard Wagner


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.