Een dame als Sinéad O' Connor valt niet in enkele regels te door te lichten. De veelbesproken muzikale predikante heeft immers een bewogen carrière achter de rug waarin een eigenwijze, hardnekkige spiritualiteit een centrale positie in neemt. Een rechtstreekse aantijging aan het adres van de paus en de katholieke kerk, een opleiding als priester waarvoor de muzikale carrière bijna moest wijken, een vorige plaat in het teken van de rastaleer: Sinéad zoekt soms religieuze extremen op. De dubbelaar 'Theology' lijkt dan een nieuw hoofdstuk in dit turbulente verhaal. De plaat bestaat uit een basis van akoestische liedjes die de rastafari-leer verheerlijken en enkele christelijke waarden, gebaseerd op de psalmen, beklemtonen. Het tweede schijfje is in latere instantie toegevoegd en doet dezelfde liedjes nog eens over, maar dan met een meer volwaardige band en dus in een rijker aangeklede omkadering.

Sinéad O' Connor doet weer weinig moeite om haar fans te verzorgen. Sedert de grote doorbraak met de Prince-cover 'Nothing Compares to You', is het aantal volgelingen dan ook steeds meer afgezwakt en daar lijkt deze plaat geen verandering in te brengen. Intieme, erg sobere en weinig aanstekelijke liedjes glijden tergend traag voorbij en van de vroegere energie of zelfs woede van de dame is nergens nog iets terug te vinden. Zeker het eerste plaatje, 'The Dubline Sessions', is in zijn intieme, akoestische ('Ierse') omkadering erg mak. Het enige voordeel is dat de heerlijk vibrerende en zwevende stem van O' Connor een centrale plek krijgt, zodat de liefhebbers van haar zang hier nog enigszins verwend worden. Toch is het zwaar slikken bij dit geheel van lome liedjes waarbij zelfs een herkenbare lichtbaken als 'Rivers of Babylon' zonder veel pit voortkabbelt.

'The London Sessions' is toegevoegd onder aandringen van producer Ron Tom en blijkt gelukkig toch iets meer kracht uit te stralen dan zijn akoestische broertje. Hoewel cello, schuifelende drum en lichte orgelklanken niet meteen rockende ingrediënten vormen, komt een nummer als Curtis Mayfields 'We People Who Are Darker than Blue' toch beter tot zijn recht in een mooi triphopvestje met strijkers en een zwoele baslijn. Andere songs als 'If You Had a Vineyard' of het funky 'Whomsoever Dwells' houden het sober, maar intrigerend in met zowel klassieke, folk- als jazzingrediënten. Zelfs 'Rivers of Babylon' wordt met zijn gospelomkadering een stukje overtuigender dan op de eerste schijf, hoewel het origineel nog steeds geen eer wordt aangedaan.

Met 'Theology' zet Sinéad O' Connor weer geen gemakkelijke muzikale stap. De plaat is een soort van sobere ramadan in de discografische carrière van de zangeres. Het opzet is om vrede te brengen onder de mensen in tijden van woelige oorlogen. In deze persoonlijke vertolking van Oude Testament-teksten tracht de wereldverbeteraarster religieuze waarden opnieuw onder de aandacht te brengen. Helaas weet de profeet zijn volk niet met volle overtuiging aan zich te binden. Zonder grondige analyse van de teksten is het gevaar tot indommelen bij 'Theology' groot. Daarmee zal de plaat voor velen wel doen denken aan de lessen godsdienst in de middelbare school, maar of dit werkelijk de bedoeling van Sinéad O' Connor is ...?

Meer over Sinéad O' Connor


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.