Sofia Gubaidulina wordt door velen beschouwd als een van de grootste in invloedrijkste moderne Russische componisten, samen met mensen als Valentin Silvestrov en Alfred Schnittke. Deze vijfenzeventigjarige vrouw van Tataarse oorsprong won pas echt bekendheid vanaf de jaren tachtig – onder meer door toedoen van violist Gidon Kremer – maar ondertussen werden al tientallen cd's met werken van haar opgenomen onder meer bij dit Zweedse label BIS. Deze cd stelt twee orkestrale werken (concerti als je ze zo mag noemen) voor, waaronder de wereldpremière van 'The Deceitful Face of Hope and Despair', geschreven voor en uitgevoerd door fluitiste Sharon Bezaly.

De titel van het werk komt uit een gedicht van T. S. Eliot en doet een sterk programmatisch werk vermoeden. In feite is het contrast tussen hoop en wanhoop niet letterlijk op te vatten, maar gaat het over een abstract spel van frequenties, toonhoogtes en interferentiepatronen, aldus de componiste. Zo ontstaat er een pulsatie, of interferentie, wanneer twee dicht bij elkaar liggende tonen samenklinken, en die interferentie kan, als de basistonen hoog genoeg zijn, als een derde klank beginnen klinken. Het werk is geschreven voor groot orkest, terwijl soliste Sharon Bezaly gebruik kan maken van maar liefst drie instrumenten: gewone fluit, altfluit en basfluit. Dit levert enkele fabelachtige klankcombinaties op zoals wanneer, halverwege het werk, de basfluit een treurige klaagzang aanheft in zijn laagste register, spaarzaam begeleid door lage strijkers en kopers.

Bezaly voert dit werk virtuoos en met veel contrast uit. Elke snelle passage wordt met de nodige bravoure gespeeld; vlugge trekken en loopjes worden met een ontstellende ritmische precisie en een ogenschijnlijk gemak uitgevoerd. Ook het orkest presteert erg goed, met duidelijk en kleurrijk slagwerk, dat trouwens erg prominent is doorheen het hele werk, en dreigende, zware koperblazers. Bovendien slagen de uitvoerders er goed in om dit stuk een hechte samenhang mee te geven, zodat de structuur voor een (aandachtige) luisteraar goed verstaanbaar blijft.

Voor het zevendelige 'Sieben Worte' liet Gubaidulina zich inspireren (net zoals Schütz en Haydn voor haar) door het passieverhaal en de zeven laatste woorden van Jezus aan het kruis. Het is een spirituele reflectie over de dood die wordt verwoord door strijkorkest en cello solo, samen met nog een tweede solo-instrument dat de componiste, omwille van haar interesse in Russische folklore, nauw aan het hart ligt: de bayan. Dit is eigenlijk een soort van Russische accordeon, maar voor deze opname werd beroep gedaan op een 'klassieke' accordeonist. De klankkleuren van beide instrumenten passen trouwens verrassend goed bij elkaar, mede omdat de cello uitvoerig gebruik moet maken van de voor de bayan zo typische lange glissandi. Het werk bevat een grote muzikale symboliek (zo speelt de cello steeds dichter naar de kam toe, om uiteindelijk aan de achterkant ervan uit te komen – dit symboliseert Jezus' 'oversteek' naar het hiernamaals). De twee solisten, Torleif Thedéen op cello en Mie Miki op accordeon, geven dit zwaarmoedige en diepzinnige werk een uitzonderlijk rijke emotionele inhoud mee – luister maar eens naar het diep treurige einde van het eerste deel bijvoorbeeld.

De SACD vat elke fijne nuance van de uitvoering uitstekend: op gewone cd spelers kun je de eerste minuut van 'The Deceitful Face of Hope and Despair' zelfs nauwelijks horen, terwijl luide gedeeltes gewoonweg uit hun voegen barsten. Het Gotenburg Symphony Orchestra begeleidt de drie solisten met veel gevoel en maakt zo deze sterke, meditatieve uitvoering compleet.

Meer over Sofia Gubaidulina


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.