Een eenzame man die in de mist naar de zee staart: op gebied van desolaatheid kan deze hoes tellen. Songs of Green Pheasant doolt op zijn derde plaat dan ook meer dan ooit rond in een universum van droompop, shoegazer en ambient. De Brit Duncan Sampner zoekt duidelijk een muzikaal tegengewicht voor een druk dagelijks leven voor een klas vol jengelende jochies. Waar vroeger de akoestische gitaar door Sampner nog wel eens durfde aangeslagen worden, domineert nu de lang uitdijende, elektronische grote broer. Folky songwriterliedjes hebben plaats moeten ruimen voor organische, dromerige geluidscollages. Veelvuldige vergelijkingen met shoegazerbands als Slowdive of Codeïne zijn dan ook alles behalve uit de (ijle) lucht gegrepen.

'Gyllyng Street' opent dof en diep, sober en sereen met piano, ruis en Art Garfunkel-achtige, lieflijke zang. Stukje bij beetje wandelen tikkende drums en wauwelende gitaren binnen die dit allemaal bekrachtigen, maar nooit overdonderen en die mooi mee in het rijtje blijven wandelen. Dit is een scenario dat zich vaak herhaalt. Songs of Green Pheasant doet geen onvoorspelbare dingen maar gaat voor schoonheid en coherentie. Verder speelt de man met klokkenspel, subtiele elektronica of voorzichtige ruiseffecten om het allemaal nog wat meer diepgang te geven, zonder dat harmonie ook maar een seconde verstoord wordt. Toch bruist er nog wat meer onder de ogenschijnlijke rimpelloze oppervlakte. 'The Ballad of Century Paul' haalt de akoestische gitaar toch weer van stal en zet daar een speels fluitje bij, 'King Friday' versnelt even met tamboerijnritmen... Zo doet de Brit zijn liefde voor folkmuziek toch enige eer aan. Alles wordt echter onder zo'n warme nevel van diepe echo's en doffe klanken gehuld dat de grens tussen droom en werkelijkheid vervaagt. Schoolvoorbeeld hiervan is 'West Coast Profiling', dat met piano, samples en meer stevige drums uitpakt maar onder een geheel van meanderende, holle klanken gebukt gaat zodat de geest van Slowdive nooit ver af waart. Spijtig echter dat het nummer naar het einde toe uitsterft in enkele weinig echt overtuigende passages. Naar het einde van de plaat toe gebeurt zoiets trouwens wel vaker. Ondanks een weemoedige trompet in 'Alex Drifting Alone' of de sacrale zang van Julie Cole in 'Fires P.R.G.', lijkt het soms of de band zichzelf in slaap gesust heeft. Ook dit is echter een kenmerkend, alles behalve onaangenaam karaktertrekje van dit soort muziek. De kans dat je als luisteraar voor de band bent ingedommeld is reëel; het gevaar voor nachtmerries is echter nihil.

Dat 'Gyllyng Street' een mooi sfeerprentje is, leidt geen twijfel. Dankzij een alomvattend en niet al té beklemmend, zwevend klanktapijt is de associatie met de desolate hoes mooi gekozen. Zowel dag- als nachtdromers zullen zich dan ook zeker kunnen vinden in dit lieflijk plaatje, waarvan zowel de titel als de songnamen een groot mysterie inhouden.

Meer over Songs of Green Phaesant


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.